BLIJVEN TRAPPEN
  • Home
  • Blog
  • Foto s
    • België
    • Luxemburg
    • Frankrijk
    • Duitsland
    • Tsjechië
    • Oostenrijk
    • Slovenië
    • Zomerstop (Erasmus-reünie)
    • Italië
    • Kroatië II
    • Bosnië & Herzegovina
    • Kroatië I
    • Montenegro
    • Kosovo
    • Albanië II
    • Griekenland
    • Albanië I
    • Macedonië
    • Bulgarije
    • Roemenië
    • Servië
    • Hongarije, deel 2 (feb - maa)
    • winterstop
    • Hongarije, deel 1 (okt - nov)
    • Slowakije
    • Polen
    • Litouwen
    • Letland
    • Estland
    • Finland
    • Zweden
    • Noorwegen
    • Denemarken
    • Duitsland
    • Nederland
    • Oostkust Engeland
    • Schotland
    • Noord-Ierland
    • Ierland
    • Zuid-Engeland & Wales
    • Avelgem - Deal
    • Voorbereiding
  • Statistieken
  • Route
    • Geplande route
  • Materiaal

24 april: trpejca (mcD) - MALIQ (ALB)

24/4/2016

0 Comments

 
De trend van de voorbije avond werd ’s nachts en in de morgen lustig voortgezet. Het regende dat het goot en we hadden bijzonder weinig zin om te vertrekken.

Op WarmShowers vonden we het telefoonnummer van de Albanees Klevis die in Pogradec woonde, de eerste stad na de grens. We stuurden enkele berichten over en weer om te informeren naar slaapplaats op onze route. Gezien de weersvoorspellingen zouden we immers geen tachtig kilometer fietsen en kamperen zagen we al helemaal niet zitten. 
Klevis stelde voor om net na de grens af te spreken om samen iets te drinken en de opties te bekijken. We waren het land nog niet binnen en we hadden al vrienden gemaakt, super!

Jammer genoeg veranderden onze sociale contacten niets aan het weer. Het miezerde bij vertrek en al na enkele minuten was het stevig aan het regenen. Daarnaast kregen we als ‘opwarmer’ meteen een klim met percentages tot 10% op ons bord. Goeiemorgen!

Op een zucht van de grens maakten we nog een kleine omweg om het klooster van Sveti Naum te bezoeken. Het Byzantijnse bouwwerk ligt pal aan het meer op een klif geschilderd en het hoeft niet te verbazen dat we, zelfs op deze regenachtige zondag, niet de enige toeristen waren. 
Naast de aanwezigheid van een vijftal kleurrijke pauwen was vooral de kerk op het middenplein van het klooster de moeite. We hadden onze Macedonische Denars allemaal netjes gespendeerd, maar mochten van de vriendelijke ticketverkoper gratis en voor niets even binnen piepen. 

Veel te snel was het tijd om afscheid te nemen van het wondermooie Macedonië. Onze passage was kort, maar (k)(p)rachtig. 
Fietsland nummer tweeëntwintig was misschien wel het meest illustere op onze lijst van te bezoeken landen. Hoewel Albanië aan een stevige opmars bezig is, prijkt het bij ons weten nog lang niet op nummer een van populaire vakantiebestemming voor West-Europeanen. We waren dan ook razend benieuwd en nadat we hartelijk werden uitgezwaaid door de eigenaar van ons guesthouse, die blijkbaar bij de grenspolitie werkte, was het zover. 

Reeds na twee minuten viel op dat ook in dit Balkanland de mensen bijzonder behulpzaam en hartelijk waren. Net na de grenspost vroegen we aan enkele mannen of ze onze nieuwe vriend even wilden opbellen en met veel bravoure werd er voor ons een ‘date’ geregeld in het centrum van Tushemist. 
Nog geen vijftien minuten later maakten we kennis met Klevis, een jaartje ouder dan ons en een topkerel. Aangezien we nog niet over Lekë beschikten, trakteerde hij ons op een kop thee en op enkele leuke verhalen. De turnleerkracht had nog enkele jaren in Parijs gewoond en was tot zijn drieëntwintigste een speler van de nationale basketbalploeg. Hij hielp ons trouwens concreet verder wat accommodatie betrof; net voor Maliq bleek een hotelletje op onze route te liggen. 

Het bleef in de tussentijd regenen en toen we na de inkopen terug op de fietsen wilden kruipen, viel het water met bakken uit de lucht. Minstens twintig minuten stonden we in de inkomhal te draaien en hoopten we vurig dat hiermee het ergste achter de rug zou zijn. 
Het klaarde dan wel even op, nog geen kwartier later begon het weer te druppelen toen we op een stevige klim Pogradec achter ons lieten. 

Eenmaal boven gingen de hemelsluizen weer volledig open en onder de luifel van een tankstation vonden we een droog plekje. We hadden het nog lang kunnen uitstellen, maar er zat niets anders op dan ons regenpak aan te trekken. We zouden nog een keer halt houden aan een tankstation, maar Maliq kwam met dank aan de rugwind snel dichterbij. 

Het hotel/motel bleek gelukkig te bestaan en de kleindochter van het koppel uitbaters op leeftijd stond ons in het Engels te woord. Het was verre van het Ritz, maar in vergelijking met onze tent was dit groezelige hotel voor twee verzopen fietsers in eerste instantie meer dan luxueus te noemen. 
De mensen stelden zelfs voor om ons een lift te geven naar het centrum van het stadje om een warme hap te bestellen in de snackbar. De Albanese hamburger met frietjes smaakte, maar het feit dat we achteraf een extra bedrag op de hotelafrekening zagen verschijnen voor het vervoer, bezorgde het avondeten een wat zure nasmaak. 

Het weer zat dan wel dik tegen, we hadden een leuke en afwisselende dag en onthouden vooral dat de gemiddelde Albanees uitermate behulpzaam en vriendelijk is. We waren benieuwd naar het vervolg en duimden volop voor opklaringen tegen de volgende morgen.
0 Comments

23 april: rustdag in trpejca / ohrid

23/4/2016

0 Comments

 
Hoewel we in Sofia en Skopje geleerd hadden dat een city-trip niet gelijk stond aan een rustdag, konden we het niet laten Ohrid links te laten liggen. Ohrid werd in het Grieks Lychnidos genoemd, lichtstad. De Slaven gaven de stad echter haar huidige naam: vo hrid, wat zoveel betekent als ‘bovenop de heuvel’. 

Onze kamer had rolluiken (ongezien in de Balkan) en voor het eerst sinds lang konden we onze kamer volledig verduisteren en lang slapen. Ik toch. Wouter was alweer vroeg uit de veren en hield zich bezig met de administratieve kant van BlijvenTrappen: de blog, mails beantwoorden, foto’s uploaden,… 

Met een up-to-date website vertrokken we rond de middag liftend naar Ohrid, achttien kilometer verder. Lang moesten we niet wachten, na een minuutje pikten twee Albanezen ons op. Clichégetrouw in een Mercedes. 

We zochten lang naar de toeristische dienst en werden door verschillende mensen van het kastje naar de muur gestuurd. Toen we uiteindelijk de juiste kiosk vonden - eigenlijk meer een souvenirwinkel - konden ze enkel een betalend stadsplan voorleggen. €3,2 vonden wij toch wat prijzig, dus wandelden we maar op goed geluk de straatjes in. Voor de vijfde keer over hetzelfde plein. 

Ohrid heeft 365 kerken, eentje voor elke dag van het jaar. Gelukkig staken we het niet in ons hoofd ze allemaal te bezoeken. Nu ja, bezoeken is misschien overdreven want we zagen er geen enkele van binnen: te duur, geen zin, gesloten of te ver. We startten met de St. Sofia en wandelden vervolgens omhoog naar de overblijfselen van het amfitheater. Niet zo indrukwekkend als dat van Siracusa of Taormina, maar wel leuk middenin de stad. 

Over het restaurant Gladiator hadden we in TripAdvisor enkele positieve commentaren gelezen. De meeste gingen over het uitzicht vanop het balkon, en dat was inderdaad niet slecht. Als Romeo en Julia aten we lekkere sarma boven het antieke theater. De stoofpotjes als hoofdgerecht waren niet slecht, maar zeker niet iets om voor terug te keren. Het dessert daarentegen was om duimen en vingers bij af te likken: pannenkoek met banaan en slagroom en een baklava met kersen voor Wouter.

Tijd om wat calorieën te verbranden. Door het amfitheater wandelden we naar de kerk Holy Mary Perybleptos en vervolgens naar Samuel’s Fort. Van hieruit regeerde tsaar Samuel tussen 967 en 1014 over het Bulgaarse rijk waar Macedonisch grondgebied toen onder viel. 
Het fort op zich is niet bijzonder, maar het uitzicht over de Plaosnikkerk is de moeite. Jammer van de bouwwerf er net voor. Afsluiten deden we met het hoogtepunt: de kerk St. John at Kaneo. Gebouwd op de kliffen kijkt het klooster uit over het grote meer. Een topligging. 

Na de lunch lieten grote wolken zich meer en meer van hun donkere kant zien. Regen kon niet uitblijven en op de terugweg schuilden we meermaals onder luifels en balkons. “De was hangt nog buiten zeker?” “Ik vrees van wel.”

Sneller dan in het heengaan een lift regelen leek ons onmogelijk, maar met de regen hoopten we dat passanten uit medelijden onze omhooggestoken duim snel zouden beantwoorden. Toch duurde het langer dan anders, maar uiteindelijk is er altijd wel iemand die stopt. Opnieuw een Albanees, opnieuw een Mercedes.
0 Comments

22 april: lazhani - trpejca

22/4/2016

0 Comments

 
We hadden voldoende bibbergeld betaald de vorige nacht en met zes lagen (inclusief liner en slaapzak) hadden we het net warm genoeg. We hadden dan wel een stuk beter geslapen, de imam wekte ons al bij het opkomen van de zon. We keken uit naar een bed in een geïsoleerde kamer aan het meer van Ohrid.

Door Macedonisch Haspengouw begonnen we aan de fietsdag. De fruitbomen stonden volop in bloei en de witte bloesem stak mooi af tegen de blauwe hemel. Leuk dat het landschap op deze manier toch elke dag weer wat nieuws te bieden had. 

Op de vele gedoneerde zoete en zoute snacks na was er in onze tassen niet veel voedzaam meer te bespeuren. Al na enkele kilometers maakten we dan ook een eerste stop om lunch in te slaan. In het kleine winkeltje was bitter weinig te vinden, maar de eigenares stelde ‘gelukkig’ voor om een sandwich te maken. Wisten wij veel dat zij gewoonweg een groot wit brood in twee zou snijden en beleggen met boterhammenworst. We besloten toch nog maar een tomaatje bij te kopen om ons belegd brood wat meer cachet te geven. 

Het was nog frisjes en de eerste, relatief vlakke, achttien kilometer fietsten we met de jassen aan. Pas aan de oevers van het Prespameer, gelegen op het drielandenpunt tussen Macedonië, Albanië en Griekenland, waren we helemaal opgewarmd en begon de weg meer te heuvelen.
Toen we de afslag naar Ohrid zagen, wisten we dat het echte werk zou beginnen. Nadat we ons ontdeden van jas en trui met lange mouwen begonnen we aan een klim van dertien kilometer tot op 1600 meter.

Het eerste deel van de klim ging door het bos en was iets gematigder. Na wat vlugge suikers in de vorm van enkele koekjes draaiden we een haarspeldbocht op en merkten we meteen dat deel twee pittiger zou worden. 
Met de gewonnen hoogtemeters werd het uitzicht wel steeds mooier. We konden nu bijna het volledige meer zien en beseften op dat moment niet dat we zicht hadden op drie landen. 

Het (voorlopige) dak van onze reis kwam steeds dichterbij, gelukkig maar. Ons energiepeil daalde razendsnel en toen we tegen 13u boven kwamen scheurden we van de honger. Het uitzicht over het meer van Ohrid was echter zo verbluffend dat we niet anders konden dan eerst wat foto’s te nemen. Jammer dat de zo uitbundige zon van de voormiddag plaats had gemaakt voor een wolkenpak, maar goed, je kan niet alles hebben.

Van een broodmaaltijd ‘with a view’ gesproken. Honderden kilometers bergruggen spreidden zich voor onze ogen uit en ook het volledige Ohridmeer (zo’n vierendertig kilometer lang) kregen we perfect te zien. Negenhonderd hoogtemeters en zestien kilometer lager hadden we trouwens ook al zicht op Trpejca, het dorpje aan de oevers van het meer waar we twee nachten zouden slapen. 

Tijdens een fenomenale afdaling fietsten we, goed ingepakt, en met open mond naar beneden. De verorberde insecten op onze weg naar beneden hadden we ervoor over. Onze top tien van allermooiste plekjes werd nog maar eens door mekaar geschud. 

In Trpejca aangekomen, werden we meteen aangesproken door een Deense en een Zweedse vrouw. Ze waren danig onder de indruk van onze reis en toen we het volledige verhaal vertelden, werd de Zweedse vrouw emotioneel. Ze werd vorig jaar gediagnosticeerd met borstkanker en gaf ons als gouden raad om er elke dag 100% van te genieten.

Na een korte zoektocht vonden we in het kleine dorpje toch een pension waar iemand ons kon verder helpen. We boekten een kamer met zicht op het meer, een comfortabel tweepersoonsbed en wifi en dat voor de prijs van vierentwintig euro… voor twee nachten!
De enige twee eetgelegenheden, prachtig gelegen aan de oever van het meer, boden niet wat wij zochten en we maakten het dan maar gezellig op onze kamer. Gelukkig hadden we nog een half belegd brood over en zat er nog een chipje in de tassen als dessert. Geen grote luxe, maar we waren ervan overtuigd dat we de volgende dag in Ohrid wel iets naar onze meug zouden vinden.
0 Comments

21 april: lazhani - kozjak

21/4/2016

0 Comments

 
Het was ijskoud ’s nachts. We hadden de temperatuur danig onderschat en rond tien voor een werden we allebei bibberend wakker. Een geluk bij een ongeluk, want enkele uren eerder - net nadat we in onze slaapzak waren gedoken - hadden we een berichtje gekregen van mijn broer Sander en zijn vrouw Liesbeth. 
“We zijn zonet hele trotse ouders geworden van Arthur!!! Het was letterlijk een heuse bevalling, maar we zijn supercontent :).” Of het nu aan de opwinding lag van de geboorte of toch voornamelijk aan de kou weten we niet, maar veel sliepen we niet meer. Als we de volgende dag opnieuw in de tent zouden slapen, moesten we ons in elk geval goed wapenen.

We schreven al meermaals over de generositeit van de Macedoniërs. Behalve gul zijn het ook nog eens heel lieve mensen. Toen we ’s morgens aan de familie waar onze tent stond opgesteld - eigenlijk aan hun buren -, vroegen of we wifi mochten gebruiken om met het thuisfront te communiceren, installeerden ze ons prompt in de woonkamer, incluis een kop thee en twee nieuwsgierige kinderen die ook benieuwd waren naar het babytje. 
We kregen ons neefje nog maar heel even te zien, maar tante Katrien en nonkel Wouter keken alvast uit naar het moment dat ze hem zelf eens mochten vastnemen.

Het was al bijna tien uur toen we gepakt en gezakt klaarstonden voor vertrek, maar dat was buiten een van de broers van het aanpalende familiebedrijf gerekend. Hij sprak wat Duits en toen hij hoorde dat we van België kwamen, toonde hij ons trots de Belgische machines waarmee ze werkten.

Over een leuk baantje en onder een aangename zon zetten we over een voornamelijk vlak parcours koers richting Bitola. De vergezichten bleven tot de verbeelding spreken en de vele ooievaars in de dorpjes die we passeerden waren gezien de recente gebeurtenissen zeer toepasselijk. 

Na veertig kilometer goed doortrappen was het tijd voor de lunch. Veel werk hadden we niet. We moesten enkel onze pot uit de tas halen en een volledig geprepareerde rijstsalade werd tevoorschijn getoverd. Eens iets anders en uitermate smakelijk. 

Met de wind in de rug arriveerden we in Bitola. De topattractie volgens Lonely Planet, de wandelstraat Shirok Sokak, liet op ons geen imponerende indruk na. Een leuke straat, dat wel, maar buiten de vele winkels en de overvolle terrassen was er eigenlijk niets te zien. Het centrale plein, Ploshtad Magnolija, was al interessanter. Met de aanpalende klokkentoren, de orthodoxe kerk en twee moskeeën had het heel wat troeven. 

Na de obligate inkopen lieten we via de oude hoofdweg het centrum van Bitola achter ons. We hadden pech. De nieuwe weg was wegens werkzaamheden afgesloten en zo geschiedde dat de eerste tien kilometer het doorgaand verkeer richting Ohrid op onze route terecht kwam. Plezant was anders en nu hadden we naast een slecht wegdek ook nog eens druk verkeer. 

Aan het einde van de eerste, langgerekte klim lieten we de drukte achter ons. Pas nu konden we echt genieten van het verbluffende landschap waar we doorfietsten. Daar waar we enkele weken geleden misschien nog spraken van een kalverliefde voor de Balkan, moesten we grif toegeven dat we nu tot achter onze oren verlief waren geworden. We raden iedereen - ja echt iedereen - aan om kennis te maken met de prachtige natuur, de hartverwarmende mensen, de intense cultuur en het mooie weer. 

Op de rand met het nationale park Pelister dokkerden we enkele kilometers over kasseien. Niets vergeleken met het Bos van Wallers of Carrefour de l’Arbre, maar toch een stuk intensiever fietsen dan over asfalt. De helft van de zware slotklim ging het ook nog holder de bolder over de kinderkopjes, maar we bleven onszelf verbazen met onze klimmerscapaciteiten. Zonder problemen klommen we tot boven duizend meter en we besloten na de afdaling een kampeerplaatsje uit te zoeken. 

In spookdorp Kozjak troffen we toch twee mensen aan op hun terras. We informeerden naar een geschikt plekje - in se is wildkamperen illegaal - en konden terecht in de tuin van de vriendelijke familie die al jaren in Zweden woont, maar op vakantie was in eigen huis en land. Na een lekker biertje werd de tent opgezet en het brandnetelstokbrood met kaas en hesp verorberd. 

Toen de zon verdween en de imam zijn laatste oproep tot gebed door de speakers van de minaret liet knallen, trokken we toch maar snel wat extra lagen aan en reikhalzend keken we uit naar Ohrid en zijn beroemde meer, het hoogtepunt van Macedonië. Heel ver was het niet meer, maar we moesten nog tot op 1600 meter klimmen alvorens we het te zien zouden krijgen.
0 Comments

20 april: veles - lazhani

20/4/2016

1 Comment

 
20 april doet bij jullie misschien niet onmiddellijk een belletje rinkelen, maar voor ons was het precies een jaar geleden dat we voor het eerst op de trappers stapten in Avelgem. Het begin van onze grote reis. 

Alek had voor de tweede dag op rij een lekker, en zelfs vrolijk, ontbijt voorzien. Met lachende rijstkoeken en een flinke portie muesli zou de eerste klim zeker geen probleem vormen.

Hoewel het een pak frisser was dan de vorige dag, moesten we toch al snel onze jas uittrekken. Er was veel wind, maar hij stond eerder gunstig en had dus op de gevoelstemperatuur weinig invloed. Over het weer hoor je ons zeker niet klagen.

De voormiddag speelde zich af in een ontzettend mooi landschap. Driehonderdzestig graden bergen met weinig tot geen bebouwing en een weg die zich door en over de heuvels heen slingerde. We kregen onze ogen niet uitgekeken. Daarenboven passeerde er slechts nu en dan een zeldzame auto en konden we dus grotendeels naast elkaar fietsen.

Op een tof plekje op de rotsen, uit de wind, en tegenover een fantastisch panorama aten we de restjes uit onze doggy bag. Elk een stuk Pastrmajlija, aangevuld met de appels van Blagoja en de sinaasappel van Veronica. Wat een leven!

Na de lunch zetten we een lange klim in naar Oreshe. Daar stopte de weg ergens in de bergen en zouden we verplicht een halte moeten treinen. De vergezichten bleven uitmuntend, maar de klim was soms vervelend. Telkens gaven we na een stuk stijgen enkele hoogtemeters prijs in een kleine afdaling. Moeilijk om een goed fietsritme te vinden.

Daar waar het station op onze kaart stond aangeduid, was niets te zien. Geen perron, geen gebouw, geen spoorlijn,… De weg liep nog door tot in het centrum van het dorp, maar daar waren we bitter weinig mee. 
Er zat niets anders op dan op onze tellen terug te fietsen. In Bogomila, het laatste dorp dat we passeerden, vonden we gelukkig wel wat we nodig hadden en anderhalf uur later tilden we onze fietsen de schamele wagon in. Geen eenvoudig werkje, maar er is altijd wel een of andere behulpzame ziel die het samen met ons voor elkaar krijgt. 

In Gostirazhni vonden we opnieuw wegen in de juiste richting en zetten we de afdaling in naar Lazhani, twintig kilometer verder. Onderweg viel vooral het veelvoud aan moskeeën op. Ieder zijn smaak natuurlijk, maar de moderne touch aan sommige gebedshuizen - fluogroene neonlichten aan de minaret - was naar ons aanvoelen niet meteen een schot in de roos. 

Aan enthousiasme geen gebrek. Een salvo van “zdravo’s” werd door jong en oud op ons afgevuurd en wij deden lustig mee. We hadden dan ook geen schrik dat we geen kampeerplekje zouden kunnen fiksen.
Net na het dorpscentrum van Lazhani probeerden we aan een vrouw uit te leggen dat we onze tent ergens wilden opslaan. Het was bezwaarlijk een succes te noemen. Bij haar buren lukte het beter; de dochter sprak Engels en bij hen kregen we fiat om de tent in de tuin op te slaan… De tuin van de eerdere buren. 

Alles was klaar: de tent opgezet, de matjes opgeblazen, de rijst gekookt en de groenten versneden en gemengd. “This is for you,” zeiden de twee oudste dochters van de eigenaars. Hun vader was speciaal voor ons om twee pljeskavitsa’s (de Balkan-hamburger) gereden en had ook een zak chips, twee pakjes New Yorkers, een pak Jaffa Cakes en een fles Coca Cola van twee liter voorzien. Dit was veel te veel en vooral veel te zwaar, maar toch konden we het niet weigeren. Wat moesten we doen? De meisjes terugsturen naar hun ouders met de boodschap dat we eigenlijk al eten hadden gemaakt en dat twee liter gelijk stond aan twee kilo extra gewicht?

We aten onze buikjes rond, pakten de rijstschotel in voor de volgende dag en zochten naarstig naar plaats om al het lekkers te transporteren. We hadden ongeveer evenveel in onze tassen zitten als sommige mini-markets in hun schappen hebben liggen. Misschien moesten we maar een handeltje beginnen.
1 Comment

19 april: rustdag in veles / skopje

19/4/2016

0 Comments

 
We voelden het verschil tussen onze matjes en de goede uitklapsofa van Alek. We sliepen allebei als roosjes en werden rond tien uur verwend met een lekker ontbijt. Naast een hartige muesli met vers fruit en noten, herontdekten we Ajvar (dip op basis van geroosterde paprika), wat we ook al in Servië leerden kennen. Poepsimpel, maar overheerlijk!

Al in de voormiddag was het goed warm en in zomerse outfit wandelden we naar het station waar we de trein namen voor een dagtripje Skopje. Hoofdstad nummer tien, zonder fiets weliswaar. 

Skopje was voor ons meer dan de moeite waard. De stad wordt in twee gedeeld door de rivier Vardar en krijgt op deze manier twee gezichten. Het ene deel kenmerkt zich door tientallen monumentale standbeelden, statige gebouwen, gracieuze boulevards en grote pleinen. Het andere deel is een wirwar van straatjes, een mengelmoes van kleine winkeltjes, een grote openluchtmarkt en een handvol moskeeën. 

Wij begonnen onze stadswandeling in het monumentale gedeelte. Meerdere boekenstandjes creëerden de indruk dat we in Parijs langs de Seine liepen. Al snel merkten we echter dat de vergelijking met Parijs een paar nieuw gebouwde bruggen te ver was. Hoewel de stad heel wat werk heeft gestoken in het opkalefateren van zijn centrum, was het iets te duidelijk dat ze een een ‘oud’ Europees stadscentrum hadden ontworpen, maar dan met nieuwe materialen. Niet altijd een even geslaagde zet, maar op zich wel leuk om door te wandelen. 

Er waren mogelijkheden te over om van linker- naar rechteroever (of omgekeerd) van de Vardar te wandelen. Freedom Bridge, Art Bridge, The Bridge of Civilizations in Macedonia (what’s in a name)… en dan hadden we Stone Bridge nog niet gehad. Naast bruggen hadden ze niet op een Denar gekeken om standbeelden te plaatsen. Overal waar we keken, stonden enorme beelden of hele standbeeldengroepen. Uiteraard kon ook een triomfboog niet ontbreken. 

Net iets te veel van het goede, maar het leverde veel leuke foto’s op. Met het slechtste stadsplan ooit gemaakt, waagden we ons na een lichte fruitlunch en een Kifli (deegrol met confituur in de vorm van een croissant) aan de Oude Bazaar. 
We kwamen er in een andere wereld terecht. In een Oosterse sfeer struinden we door de vele kleine straatjes en liepen we hopeloos verloren. Ons inziens de beste manier om dergelijke wijk te ontdekken. Naast een viertal moskeeën was de grote semi-overdekte markt een hoogtepunt en slenterden we langs winkeltjes allerhande. 

Op de terugweg naar het station deden we een terrasje terwijl we afspraken maakten voor het avondprogramma met onze host Alek. Het was een inspirerende rit richting Veles, op de oude boemeltrein die ons deed mijmeren over de toekomst. We waren er nog niet uit wat het zou worden, maar dat er heel wat opties waren bleef duidelijk. 

Alek pikte ons op waar hij ons ’s morgens had gedropt en samen namen we een taxi naar het meer van Veles, een paar kilometer de heuvels in. Op een heerlijk terras met zicht op het meer en de bergen genoten we van de avond. Als avondmaal smulden we van een traditionele Pastrmajlija: gebakken deeg met als topping gezouten varkens- en schapenvlees en een ei. Zeker niet slecht, maar de Burek had ons nog net iets beter gesmaakt. 

Rond negen uur ging het terug richting Casa Alek. Rustdagen zoals deze hadden zelden het beoogde effect, nl. rusten, en onze batterijen waren zo goed als leeg. Maar met een goed gevoel en een hoofdstad rijker, hadden we er wel optimaal van genoten!
0 Comments

18 april: zrnovci - veles

18/4/2016

0 Comments

 
We waren weer even vergeten hoe dun onze matjes ook alweer waren, hoeveel je hoort ’s nachts en hoe snel het licht wordt ’s morgens… maar ook hoeveel charme kamperen heeft en hoe blij we zijn dat we vanaf nu meer en meer de mogelijkheid zullen hebben om ons tentje ergens te velde op te zetten. 

Het charmegedeelte werd meteen in de verf gezet. Rond half acht hoorden we plots een stem in de buurt van onze tent. “Good morning.” We staken ons hoofd naar buiten en Blagoja kwam zijn belofte na om ons net voor schooltijd nog te komen uitzwaaien. “I come to say goodbye. Goodbye!” En weg was hij. Heerlijk wakker worden op deze manier. 

Over een kronkelend wegje, tegen de flank van de heuvel, zetten we onze tocht verder. Het ging goed op en neer en toen het asfalt overging in een zandpad werd het best zwaar. De snelheid kelderde dan wel, op deze halfverharde wegen waren we op enkele paardenkarren na alleen op de wereld en dat maakte het fietsen zoveel leuker. 

Rond 11u stopten we in Stip om lunch in te slaan. Met twee stukken Burek (dunne bladerdeegtaart typisch voor de Balkanregio) in de tassen konden we zo zonder problemen stoppen waar we wilden als de honger toesloeg. Op een parallelweg met de drukke A3 vonden we een uur later een plekje onder een boom en we smulden van de hartige hap (een met vlees en een met kaas). 

Het contrast kon vandaag niet groter zijn tussen de voor- en namiddag. Daar waar we ’s morgens de weg enkel deelden met hagedissen, vogels en een toevallige passant, leek het wel of na de lunch half Macedonië onze route had uitgekozen. Toen de parallelweg ophield te bestaan, hadden we geen andere keuze dan ons tussen het vracht- en personenverkeer te begeven. Soms is er jammer genoeg gewoon geen alternatief.
Onder een loden zon, over een eindeloze weg die alleen maar bergop bleek te gaan, zat er niets anders op dan te blijven trappen en te hopen dat Veles snel dichterbij zou komen. 

Na een steile afdaling en heel wat laveerwerk door het drukke centrum, parkeerden we onze fietsen aan de TUS supermarkt. We trakteerden onszelf op een ijsje en ook hier weer werden we aangesproken door enkele nieuwsgierige jongeren. Er is altijd wel iemand die een mondje Engels spreekt en in sneltempo werden er heel wat vragen op ons afgevuurd. De Macedoniërs blinken uit in gulheid; de tieners stonden erop dat we zouden proeven van de bladerdeeggebakjes die ze hadden gekocht. 

Met een goed gevulde maag troffen we Alek, onze CouchSurf-host, die ons al tegemoet was komen wandelen. Meteen werd duidelijk dat we bij een leuke en behulpzame kerel terecht waren gekomen. Onze vochtige tent konden we over de waslijn hangen en na een heerlijke douche, een fris biertje en een lekkere maaltijd konden we ook een machine was insteken.
​ 
Samen wandelden we bij het vallen van de avond richtig het centrum van Veles waar we met een vriendin van hem, Maria, nog een biertje dronken.
Goed gezelschap, een lekker drankje en om 22u in t-shirt op een terras… meer moet dat niet zijn om de dag af te sluiten.
0 Comments

17 april: rila (BUL) - zrnovci (mCD)

17/4/2016

0 Comments

 
Met de mooie weersvoorspellingen in ons achterhoofd, vertrokken we ’s morgens al in sandalen en zonder ons thermisch ondergoed. Heerlijk. Er stond een lange dag op het programma, want we hadden 175 kilometer over twee dagen te fietsen tot in Veles, waar we een CouchSurf-contact hadden aangeschreven. Hoe meer kilometers we afwerkten, hoe zekerder we waren dat we die bestemming op de afgesproken datum zouden halen.

Het menu de avond ervoor hadden we zodanig uitgekozen dat we nog 3,20 leva overhadden om lunch te kunnen kopen in de kruidenierszaak van Rila. We hadden voor de twee belegde broodjes  en een koek eigenlijk nog wat te kort, maar dat werd door de vriendelijke winkelier kwijtgescholden.

Na een zeventiental kilometer begonnen we aan een lange, maar prachtige klim naar de grens met Macedonië drieëntwintig kilometer verder. Meestal vinden we wel een aantal redenen om tijdens dergelijke uitdaging enkele korte pauzes in te lassen: foto’s nemen, drinken, insmeren,… De Zwitserse Sämy en Sabine zorgden dit keer echter voor de eerste en onverwachte pauze. Op hun fiets zijn ze onderweg naar Nepal waar ze eind dit jaar hopen aan te komen. Knap!

We namen afscheid van Bulgarije in schoonheid. Gedurende tweederde van de klim hadden we een formidabel zicht op de Rila en Pirin Mountains en wat er nog tussen lag was een mooie groene vallei met hier en daar een dorpje en een meer. 

Op de top van de berg konden we uiteindelijk fietsland eenentwintig aanvinken: Macedonië. “Passports please,” begon een van de vriendelijkste grenspolitiemannen ooit ontmoet. “Documents for the bike please,” ging hij verder. Hij moest lachen toen we er toch voor twee seconden waren ingetrapt. 
“There’s a problem, you’re not valid,” ging hij plots verder. We zagen aan zijn gezicht dat het geen grapje was dit maal. Not valid… we waren niet die hele berg omhoog gereden om te horen dat we niet geldig waren. We legden uit dat we in Servië, Roemenië en Bulgarije geen problemen hadden gehad. Hij trok zich terug met onze passen en kwam een tergend trage tien minuten later terug. Oef, we mochten het land in. 

Met onze sandwichen achter de kiezen zetten we de afdaling naar Delchevo in. Macedonië kon ons meteen bekoren: altijd goed weer en altijd bergaf.
In de supermarkt kochten we avondeten in, want de kans was groot dat we zouden kamperen. Jammer genoeg vonden we van de ingrediënten op ons lijstje enkel tonijn en ontbijt, groenten en fruit waren er niet op zondag. Geen idee waarom. 

Op kilometer 64 begonnen de vijf lastigste kilometers van Deel II. De gevoelstemperatuur - zei Accuweather - was 34°C en het gemiddelde stijgingspercentage van minstens 10% was moordend, zeker de stukjes waarvan de hellingsgraad het gemiddelde naar omhoog trok. Toch niet altijd bergaf.
Net voor de top werden we aangesproken door een bewoner die zich afvroeg waarom we het in ons hoofd haalden die straat te fietsen. In het Italiaans sloegen we een praatje en werden we voor de tweede keer die dag gewaarschuwd voor Albanië en haar inwoners. Sämy en Sabine hadden ’s morgens namelijk verteld dat ze er soms door kinderen met stenen bekogeld werden. 

Na het harde labeur volgde een heel plezant stuk door verbluffend mooi Macedonië. Wijngaarden, enorm hoge bomen, beboste bergen, wild kabbelende riviertjes, tjirpende krekels, overstekende hagedissen,… Als deze trend aanhield zou dit kleine landje best kunnen concurreren met Bulgarije. 

In Vinica ondernamen we een tweede poging om groenten en fruit te vinden. De supermarkt was gesloten, dus vroegen we aan de buurvrouw waar we terecht konden. Ze haalde haar dochter erbij die Engels sprak en voor we het wisten overhandigde Veronica ons een zak met zeven appeltjes, een gigantisch pak koekjes, drie bananen, een appelsien, een komkommer en een zak gezouten party snacks. Van gastvrijheid gesproken. 

Met 95 km op de teller vonden we dat we flink ons best hadden gedaan. In een dorpscafé informeerden we of er nergens een plaatsje was om onze tent op te slaan. Twee oude rakkers spraken wat Duits en plots stond het halve dorp mee te luisteren. Er kwam een voetbalveld uit de bus en vijf kinderen werden opgedragen ons ernaartoe te escorteren. Dat was ook weer eens iets anders. 

Het was te denken dat we bij het opzetten en koken heel wat bekijks hadden. De vijf kinderen waren er plots twintig en wie wat Engels sprak zette zijn beste beentje voor. Of ze niet konden helpen? Of we zin hadden om mee te voetballen? Waar we vandaan kwamen?

Bij zonsondergang kropen we in onze tent en gingen zij huiswaarts. “Hello?” hoorden we tien minuten later. “A gift from my parents,” zei Blagoja en hij gaf ons een groot pak koeken, twee appels en wat snoepjes. Zelfs al zaten onze tassen al propvol met Veronica’s gulle donatie, we konden de lieve en trotse kinderogen niets weigeren. 
Al lachend zeiden we dat we aan de Belgen zouden vertellen dat Macedoniërs de besten zijn. “Macedonia is little New York,” zei zijn vriendje beamend.
0 Comments

    Archives

    September 2016
    August 2016
    July 2016
    June 2016
    May 2016
    April 2016
    March 2016
    February 2016
    January 2016
    December 2015
    November 2015
    October 2015
    September 2015
    August 2015
    July 2015
    June 2015
    May 2015
    April 2015
    February 2015

    Categories

    All
    Albanië
    België
    Bosnië & Herzegovina
    Bulgarije
    Denemarken
    Duitsland
    Engeland
    Estland
    Finland
    Frankrijk
    Griekenland
    Hongarije
    Ierland
    Italië
    Kosovo
    Kroatië
    Letland
    Litouwen
    Luxemburg
    Macedonië
    Montenegro
    Nederland
    Noord Ierland
    Noorwegen
    Oostenrijk
    Polen
    Roemenië
    Schotland
    Servië
    Slovenië
    Slowakije
    Tsjechië
    Wales
    Winterstop
    Zomerstop (Erasmus Reünie)
    Zweden

Powered by Create your own unique website with customizable templates.