Met nog slechts dertig kilometer tot de ferry terminal, namen we uitgebreid de tijd om te ontbijten met een muesli die we nog niet eerder aten: crunchy met aardbeienstukjes en yoghurtflakes. Heel lekker en stiekem hoopten we dat we deze ook in de Finse winkelrekken zouden terugvinden. De buitentent was intussen zo goed als droog en met enkele handdoekvegen verzekerden we ons van een droge binnentent die avond.
Na een kleine tien kilometer staken we, over een mooie voetgangers- en fietsersbrug, de Umearivier over. We waren meteen in het centrum van de stad en hielden halt aan de toeristische dienst.
We moesten onze tickets voor de ferry naar Finland nog boeken en waren opgelucht toen het meisje aan de balie ons verwees naar hun publieke computer met printer. Gelukkig maar, want op deze manier vermeden we de tien euro toeslag die wordt aangerekend als je tickets aan de terminal koopt.
De printer zou overigens nogmaals van pas komen. We hadden enkele mailtjes gekregen, waaronder een van Wouters neef Frans. Hij woont in Riga en is de laatste jaren een echte Balticumexpert geworden. We hadden hem gevraagd of hij in Vilnius een plekje kon regelen waar we onze fietsen en bagage een paar dagen veilig konden stallen. Na een positief antwoord duurde het dan ook niet lang voor we op de Ryanairwebsite een retourticket Vilnius-Brussel boekten en dit voor het luttele bedrag van negentig euro voor ons beiden uit de printer konden laten rollen.
We hadden geen heimwee, maar wel enkele goede redenen om voor even terug naar België te keren. Goede vrienden trouwen op zesentwintig september en hadden ons voor de start van de trip al gezegd hoe leuk ze het zouden vinden als we erbij konden zijn. Dat vonden wij natuurlijk ook en nu alle puzzelstukjes in elkaar vielen, twijfelden we niet. Daarnaast verwachten Wouter zijn beste vriend (en getuige op onze trouw) Pieter en zijn vrouw Elisabeth hun eerste kindje rond vierentwintig september; een tweede, uitstekende reden. Tot slot wordt volop bekeken hoe we zowel in Avelgem als in Zoersel met de families Verriest en D’Huys een gezellige familiedag/avond kunnen inplannen en zullen Wouter zijn grootouders blij zijn dat we na vijf maanden nog eens binnen kunnen springen.
Opgetogen met de leuke vooruitzichten slenterden we met de fiets aan de hand door het centrum van Umea. De moderne bibliotheek aan de rivier was de moeite waard en rond het middaguur installeerden we ons aan het stadhuis op de tribunes van de Swedish Beach Tour. Het was gezellig druk voor enkele beachvolleymatchen tussen lokale bedrijven, de koffiekoeken smaakten en een zonnebril op de neus was nodig.
We maakten nog een stop aan een fietsenmaker en vernamen dat een kleine tik in Wouter zijn fiets geen probleem was. Best vervelend, maar aangezien de tik in de pedaal geen kwaad kon en veel geld zou kosten om te verhelpen, hoopten we vooral dat het snel vanzelf zou verdwijnen.
Ondanks onze ‘lazy wednesday’ kwamen we rond 16u toch nog een drietal uur te vroeg toe aan de Wasaline-terminal. Geen Calais-gevoel deze keer. Er was amper beweging, maar gelukkig was het wachtgebouw al open. Het was hier dat we ontdekten dat er tussen Zweden en Finland een uur tijdsverschil is. Dat verklaarde waarom we pas om 00u30 in Vaasa zouden toekomen ondanks een vier en een half uur durende overtocht.
Bij het oprijden van de boot vreesden we dat we nog een stuk later zouden arriveren. De vrachtwagens moesten stuk voor stuk achterwaarts het ruim in. Wat een gedoe. Vele camions met oplegger moesten meermaals proberen en de coördinator aan wal gaf toe dat het aan te raden zou zijn moest aan weerszijden van het schip een toegangsluik zijn. Met een half uur vertraging - dat viel uiteindelijk nog mee - lieten we de Zweedse kust en daarmee ons negende land achter ons.
Het was intussen na 19u30 en we hadden grote honger. Aan een tafeltje naast het à volanté buffet aten wij onze eigen broodjes met kaas en boterhammenworst en ik slaagde erin een beetje boter te bemachtigen zodat de sandwiches toch iets voller smaakten.
Na het eten genoten we van een prachtige zonsondergang op het dek en probeerden we nog niet te veel te denken aan hoe we een paar uur later in het holst van de nacht ergens onze tent zouden moeten opzetten.
In de bar van het schip, waar overigens een uitstekende internetverbinding was, zetten we nog een dagverslag online, maar genoten we vooral van de covers van Steve Webb die op de elektrische gitaar en aan de micro het beste van zichzelf gaf. BB King, Johny Cash, Bob Marley, Dire Straits,… ze kwamen alle aan bod.
We zaten al een goed stuk in augustus en ook in het Noorden begonnen de dagen akelig snel te korten. Om vijf voor tien was de zon ondergegaan en het was aardedonker toen we rond half een local time (de kapitein had de vertraging weten in te halen) van de boot reden. Het was een speciale ervaring en gelukkig hadden we met behulp van Basecamp en Google Streetview een viertal kilometer verderop een potentieel kampeerplekje in onze gps aangeduid.
Aan de kleine jachthaven moesten we rechtsaf langs het water en anderhalve kilometer verderop laadden we de bagage af aan een klein strandje met een grasveld erlangs. Dat zou het toch moeten zijn, want we zagen niet veel verder dan de straal van onze hoofdlampen. Het opzetten van de tent was na bijna vier maanden kamperen een makkie en zou vermoedelijk zelfs met onze ogen dicht gelukt zijn. We voelden ons best avontuurlijk en om 1u30 vielen we onmiddellijk nadat we ons hoofd hadden neergelegd in een diepe slaap.