BLIJVEN TRAPPEN
  • Home
  • Blog
  • Foto s
    • België
    • Luxemburg
    • Frankrijk
    • Duitsland
    • Tsjechië
    • Oostenrijk
    • Slovenië
    • Zomerstop (Erasmus-reünie)
    • Italië
    • Kroatië II
    • Bosnië & Herzegovina
    • Kroatië I
    • Montenegro
    • Kosovo
    • Albanië II
    • Griekenland
    • Albanië I
    • Macedonië
    • Bulgarije
    • Roemenië
    • Servië
    • Hongarije, deel 2 (feb - maa)
    • winterstop
    • Hongarije, deel 1 (okt - nov)
    • Slowakije
    • Polen
    • Litouwen
    • Letland
    • Estland
    • Finland
    • Zweden
    • Noorwegen
    • Denemarken
    • Duitsland
    • Nederland
    • Oostkust Engeland
    • Schotland
    • Noord-Ierland
    • Ierland
    • Zuid-Engeland & Wales
    • Avelgem - Deal
    • Voorbereiding
  • Statistieken
  • Route
    • Geplande route
  • Materiaal

27 januari - 23 februari: belgie en alpe d'huez

23/2/2016

0 Comments

 
Na het Ryanairavontuur Brindisi-Keulen-Eindhoven, trokken we bij het krieken van de dag naadloos en zonder slaap verder van Zoersel naar Avelgem. Het leuk weerzien met verschillende familieleden was vertrouwd, alsof we nooit waren weggeweest. De frietjes van de frituur ’s avonds smaakten daarentegen alsof we héél lang waren weggeweest. 

Onze trouwe lezers zijn op de hoogte van ons ongenoegen over onze Gore regenjassen. Het valt dan ook niet te verbazen dat we van onze vrije tijd in België gebruik maakten om bij A.S. Adventure onze garantie te claimen. Plots klonk het niet langer “dit is het beste wat er te vinden is”, maar “voor een reis zoals die van jullie bestaat ‘waterdicht’ eigenlijk niet”. Na wat aandringen namen ze de jassen toch terug en enkele bezoekjes, telefoontjes en mailtjes later kregen we een tegoedbon waarmee we twee nieuwe Vaude regenjassen bestelden. Tenzij we de komende zes maanden geen regen krijgen (fingers crossed), lezen jullie wel hoe tevreden we zijn over deze exemplaren. 

Met het openbaar vervoer pendelden we tussen provincies Antwerpen en West-Vlaanderen (vier uur van deur tot deur, ppfffff). Toen we in Avelgem mama en papa hun vakantiefoto’s van de Picos de Europa bekeken, beseften we dat we het reizen nog lang niet moe zijn. Het was aftellen naar het weerzien met onze fietsen. 

Terug in Zoersel, bij de familie D’Huys, pikten we de draad op waar we die woensdagochtend hadden laten liggen. Na een gezellige aperitief keuvelden we honderduit bij tijdens een gourmet- en raclettediner. Het was duidelijk dat niemand het risico wilde lopen dat we te mager en zonder reserves aan BlijvenTrappen 2.0 zouden beginnen. 
​
Gelukkig deden we ook nog wat aan sport. Zaterdag vertrokken we samen met Jeroen en Stefanie met de slaapbus naar Alpe d’Huez voor een weekje snowboarden. Met een flinke portie stortregen, zon en 22°C, een storm, wat mist, vrieskou, sneeuw en een hagelbui kregen we vier seizoenen in zes dagen over ons heen. Goed gesnowboard, goed gedronken, goed gelachen en voor we het wisten lagen we alweer bij chauffeurs Mark en Carl in de bus op de omgebouwde slaapzetels. 

Terwijl ik opnieuw naar Avelgem en Brussel afzakte voor een verrassingsdrink ter gelegenheid van Gwendoliens 23ste verjaardag en om Marieke en Jürgen te helpen met hun verhuis, bleef Wouter in Zoersel om met enkele vrienden af te spreken.
Terug herenigd verblijdden we Moeke met een bezoekje in Tongeren en zagen we de kleine Mathis, flink gegroeid, voor de tweede keer toen we bij Pieter en Elisabeth langsgingen. 

De tijd stond niet stil en aan de vooravond van ons vertrek naar Budapest beseften hoe snel het verblijf in België aan ons voorbij was gegaan. Met een filmavondje met Katrien, een caféavond met Dieter, een gourmetavond met onze zwangere vriendengroep Troyka, Tom, Hermien en Felix, een housewarming in Deinze, twee spelletjes bowling ter ere van papa’s 59ste en Gwendoliens 23ste, een D’Huysreünie in Leuven, een bezoekje aan Oma en Opa, pintjes in het Licht der Dokken en een boswandeling in de Kempen met de mosselbende, was onze agenda goed gevuld.
Mama en papa zakten op zondag af naar Zoersel, zodat we in stijl afscheid konden nemen en aangezien Michael het licht in de dokken niet gezien had, aten we daags nadien gezellig sushi met hem en zijn wederhelft Melanie. Aan lekker eten absoluut geen gebrek; dinsdag stonden namelijk nog zelfgemaakte Viktorpizza’s op het menu. Iets te veel reserves opgebouwd, zagen we op de weegschaal, maar we gingen ervan uit dat die de volgende weken/maanden zouden worden weggetrapt.
0 Comments

1 - 26 januari: Ostuni (2)

26/1/2016

0 Comments

 
Het nieuwe jaar werd voor de verandering eens niet ingezet met een kater. Daarentegen profiteerden we van onze rustdag op 1 januari om lang uit te slapen en trakteerden we onszelf op een uitgebreid ontbijt. Met een goed gevulde maag trokken we naar het Riserva Naturale Marina di Torre Guaceto, dat zich langs de kust uitstrekt en zich uitstekend leende tot een mooie wandeling. Terug aanbeland op Masseria Impisi, installeerden we ons aan de haard met de overschot van onze fles Apérol en het scrabblebord. Een atypische manier om 2016 in te zetten, maar meer dan geslaagd! 

Op de tweede dag van het jaar werden we nog eens in onze werktenue verwacht. Samen met David snoeiden we olijfomen. In een aangename (winter)zon zeker geen onoverkomelijke job, maar niet altijd even gemakkelijk om te weten waar er juist gezaagd, gekapt of geknipt moest worden. We kunnen onze hosts trouwens onmogelijk omschrijven als slavendrijvers… in de loop van de voormiddag namen we een break om samen met Maureen en Stephen - het bevriende Engelse koppel dat nog een paar dagen op vakantie was - naar de markt af te zakken. 

Onze rustdag (het leven is hard) op zondag viel letterlijk in het water en de geplande uitstap naar de bowling werd wegens onduidelijke openingsuren geen succes. Gelukkig hadden we de fenomenale bibliotheek die op dagen zoals deze eens te meer zijn troeven bewees. 

Toen voor het gros van de mensheid de vakantieperiode genadeloos werd afgesloten, stond voor ons het grootste feest nog voor de deur. David had ter ere van de winterequinox een groot beeld van een feniks gemaakt. Dit beeld zou tijdens het feest worden voorgesteld.
Heel wat vrienden waren uitgenodigd en ook wij mochten van de partij zijn. De ‘mill house’ was niet groot genoeg en dus hielpen we in de voormiddag om alles klaar te zetten in de keldergrot onder hun huis. Eens de gasten arriveerden, schonken we bubbels en wijn en hielpen we bij het opdienen. Het was echter vooral genieten van de gezellige babbels met hun vrienden en van de heerlijke maaltijd - vissoep, kwartels en lekkere dolci - die Leonie op tafel had gezet.
Het hoogtepunt van de dag was naast al dat lekkers de rituele verbranding van onze wensen die geofferd werden aan de feniks. Duimen dat al die mooie wensen werkelijkheid worden!

De volgende dag maakten we in de voormiddag een wandeling naar Ostuni om het gemarkeerde pad voor de gasten bij te werken en op te smukken. Van een variatie aan werk gesproken! Voor Stephen en Maureen was het al hun laatste dag vooraleer ze weer naar Londen trokken en daarom werden we getrakteerd op een overheerlijke lunch in Santa Sabina. De eindeloze reeks antipasti kwam recht uit zee en smaakte fantastisch. Ons leven als een WorkAway’er kon bezwaarlijk kommer en kwel genoemd worden. 

De daaropvolgende dagen gingen we terug naar de orde van de dag. Er werd lustig gesnoeid, hout gekapt en gestapeld, we repareerden fietsen, staken Daisy in bad,… Het werk was gevarieerd en leuk en vanaf 8.30u gaven we steevast het beste van onszelf aan David zijn zijde. Rond 11u luidde Leonie de bel voor een traditionele English teatime, hoewel wij onze thee verkozen zonder melk. Bij momenten was het stevig werken, maar tegen 14u beloonde Leonie ons altijd met een heerlijke driegangenlunch. 

Toen David op tien januari voor een kleine week richting Boedapest vertrok, hadden wij twee dagen voor onszelf. De eerste dag brachten we ‘thuis’ door en op maandag trokken we met de trein naar Lecce, ook wel eens het Firenze van de barok genoemd. 
We hadden hoge verwachtingen, maar deze werden jammer genoeg niet volledig ingelost. Er was inderdaad heel wat mooie barok terug te vinden, maar sfeer in de stad was afwezig. Weinig volk op straat, vele gevels in renovatie en misschien was onze goesting in een dagtrip minder groot dan we aanvankelijk dachten. 

Tijdens Davids afwezigheid, lieten we de olijfbomen even voor wat ze waren en verlegden we het werkterrein naar de (groente)tuin. Agaven, Opuntia’s (prickly pear cactus) en palmbomen gingen we te lijf met zagen en kapmessen, onkruid werd met engelengeduld tussen de rotsen vandaan gehaald en de moestuin spitten we krachtig om. Daarnaast plukten we appelsienen en citroenen en keken we nauwlettend toe hoe Leonie deze verwerkte tot verse marmelade, arancello en limoncello. De winter leek deze week overigens ver weg en de temperaturen lieten verschillende dagen toe om in t-shirt te werken.

Na onze datenight op zaterdagavond (bowling en pizza) was het op zondag alweer tijd om David op te pikken in Bari. De overvloedige regen van de dag ervoor had alle warmte van de voorbije week weggespoeld en een nijdige noorderwind maakte het bitter koud. 
David landde rond 14u en zo hadden wij voldoende tijd om in de voormiddag de havenstad aan de Adriatische Zee te ontdekken. In tegenstelling tot Lecce kon Bari ons wel bekoren. Het Castello, de Cattedrale di San Sabino en de Basilica di San Nicola met hun mooie crypten waren zeker de moeite. Daarnaast was het - ondanks de wind - leuk wandelen doorheen de oude stad en bood de oude omwalling een mooie zicht over de baai en de majestueuze gebouwen die Mussolini er liet optrekken.

De winter leek nu ook aangebroken in Ostuni en op achttien januari begonnen we met een dikke jas, handschoenen en een muts aan de werkdag. Nog niet alle bomen waren gesnoeid, dus waren we opnieuw met zagen en kniptangen te vinden in de boomgaard - we werden stilletjes aan experts. Terwijl ik met een zware graskantenmaaier het domein rondging, had Katrien meer geluk. Gezien de weersomstandigheden mocht zij in de Mill House de strijk voor haar rekening nemen. 

Onze tijd op Masseria Impisi begon te korten en het was dringend tijd om plannen te maken voor de daaropvolgende weken. We boekten een skivakantie, planden heel wat vrienden- en familiebezoekjes in België en na wat wikken en wegen hakten we de knoop door en besloten we om eind februari in Hongarije terug op onze fietsen te kruipen. Het zou dan misschien nog wat aan de frisse kant zijn, onze tweewielers stonden nu wel lang genoeg stof te vangen in Kaposvar en we misten het fietsen en het in beweging zijn. 

De laatste werkdagen in Ostuni verliepen zoals altijd in een gemoedelijke sfeer en we kusten voor de zoveelste maal onze beide handen met zo’n geweldige hosts. Ons verblijf in Puglia was meer dan geslaagd en als kers op de taart kregen we van Leonie en David de laatste drie dagen vrijaf om naar eigen goeddunken in te vullen. 
We genoten met volle teugen van de levendige zaterdagmarkt, de laatste van vele films die we verslonden, een georganiseerde wandeling met gids naar ‘La Grotta dei Millenari’, het bezoek aan Monopoli (een van de hoogtepunten tijdens ons verblijf) en tot slot van een lekkere zeevruchtenlunch in Savelletri. 

Dinsdag zesentwintig januari was het na zes weken effectief tijd om afscheid te nemen. Ze lieten ons niet vertrekken zonder lunch en voor de laatste maal werden we verwend met heerlijke antipasti, een dampend bord pasta en Leonies befaamde appelsien-kokosnootcake als dessert. Na een dikke knuffel en een uit de grond van ons hart geformuleerde ‘thanks for everything’ werden we door David afgezet aan de luchthaven van Brindisi met de idee dat we rond iets na 22 uur in Eindhoven zouden arriveren.
Zouden inderdaad… na een technisch mankement, een vertraging van vier uur en een omleiding via Keulen, arriveerden we uiteindelijk om 4.30u (!) met de bus op Eindhoven Airport. Gelukkig hebben we ook in België heel wat mensen voor wie we onze ‘pollekes’ mogen kussen en papa stond in het holst van de nacht paraat om ons naar Zoersel te voeren.
0 Comments

11 - 31 december: ostuni (1)

31/12/2015

1 Comment

 
Onze eerste werkdag in Puglia begon met een uitgebreide rondleiding en een gedetailleerde uitleg over onze job, de olijvenoogst. Wat een verschil met ons eerste project in Ispica, waar we bij momenten moesten gokken of wat we deden wel juist en/of nuttig was. 
Ons doel was om samen met David op een paar dagen tijd een goede tweehonderd kilo olijven uit de oeroude bomen te schudden, kloppen en plukken. ‘Secolari’ noemen ze de olijfbomen hier, omdat ze hier al eeuwen staan. Enkele dagen later zouden we naar de molen trekken, waar de olijven zouden verwerkt worden tot een eigen extra vergine olijfolie… iets om naar uit te kijken!

Leonie bleek een begenadigd kok en de lunch die we rond half drie kregen voorgeschoteld was een combinatie van het beste van de Britse en Italiaanse keuken. Heerlijk! Het was nu al duidelijk dat het wennen zou worden wanneer onze hosts een kleine week later voor tien dagen richting UK gingen voor de kerstvakantie. 
Het was al tegen vier uur alvorens we terug naar ons huisje trokken, waar we voor de eerste keer de houtkachel opstookten en Katrien zich met een van de honderden boeken uit de uitgebreide bibliotheek in een warm hoekje nestelde. De ‘koude’ kerstdagen zouden we hier zonder twijfel een sfeervolle invulling kunnen geven.

Ook zaterdag en zondag hadden we een goede oogst, waarmee we het totaal op tweehonderdtwintig (!!) kilo handgeplukte olijven brachten. Samenwerken met David was leuk. Hij maakte veel grapjes, had een droog gevoel voor humor en een rijke fantasie. Koppel daaraan de sublieme kookkunsten van Leonie en je begrijpt dat we het hier wel heel erg naar onze zin hadden.
Zaterdagavond namen ze ons mee naar Ostuni en kregen we een eerste indruk van de oude stad by night. De vele gezellige steegjes en mooi verlichte pleintjes onder kerstdeuntjes beloofden in ieder geval veel goeds.

Zondag laadden we de olijvenoogst in de oude ‘van’. De tand des tijds was niet mild geweest voor de Nissan. Je kon niet meer zien hoe snel je reed en de rechterspiegel was er ergens in de loop der jaren afgevallen en was nooit opnieuw gemonteerd.
In de lokale ‘mill’ kwamen alle olijfboeren hun oogst droppen. Wat een geur! We kregen een korte rondleiding van een medewerker en zouden de dag erna vijfendertig liter verse olio d’olive extra vergine kunnen overgieten in bewaarkruiken. Dat was wat anders dan de olijfolies uit de supermarkt.

In de namiddag bestelde Wouter een nieuwe bril in het nieuwe stadsgedeelte en aangezien David en Leonie andere plannen hadden, kookten we voor de verandering zelf ons potje. ’s Avonds waren we in hun bibliotheek terug te vinden waar we Marion Cotillard zagen schitteren in La Vie en Rose en Keira Nightley in Atonement. Niet de enige films die we zouden zien tijdens ons verblijf. Met de drie Godfathers, The Big Lebowski, Gladiator, enkele Jane Austen-verhalen en tientallen films met Julianne Moore, Clive Owen (Leonie is een fan) en Jennifer Anniston sleten we onze kleren in de fauteuils aan het gasvuurtje voor de flatscreen. 

Maandag had David diverse jobjes voor ons in petto. We maakten een van hun appartementen schoon na waterschade en timmerden een deur ineen. Leonie overtrof zichzelf met een zwarte-rijstgerecht met zeevruchten en zelf ingemaakte citroen; de kokoscake met sinaasappelsaus nadien was eveneens subliem. 

Omdat we enkele dagen later alleen voor het domein en zijn dierenbewoners verantwoordelijk zouden zijn, overliep David dinsdag wat er van ons verwacht werd. De dagelijkse routine van onze viervoeters op Masseria Impisi (Daisy dog en de katten TomTom, Bimba en Vita) en van het gevogelte (acht kippen) leek ons niet al te moeilijk. Zorgen dat ze niet verhongerden, het kippenpaleis schoonmaken en alle dieren op tijd en stond buiten laten, dat zou ons nog wel lukken. 
De rest van de voormiddag vulden we met het ineen knutselen van twee kerstkransen en een kerstboom. Al zeggen we het zelf: het resultaat mocht er zijn (al moeten we David eerlijkheidshalve het meeste krediet geven). 

Ze dachten toch ook aan alles, onze hosts! Woensdag troonde David ons mee naar Ostuni waar hij ons introduceerde bij al zijn connecties: in de viswinkel, de wijnwinkel, het supermarktje,… Niets wou hij aan het toeval overlaten. Daisy sliep bijvoorbeeld voor het eerst bij ons, en dat zouden we geweten hebben. Ze wist heel goed dat David en Leonie er nog waren en blafte ons de hele nacht wakker. Gelukkig was dat euvel verholpen eens onze hosts overseas waren en vonden we het best cool om onze eigen hond te hebben. 

Op 17 december vertrokken we iets na negen naar Brindisi Airport. Wij maakten van de gelegenheid gebruik om de havenstad te bezoeken, maar er viel bitter weinig te zien (noch in de haven, noch in het stadscentrum). Kerstmis, zo merkten we ook al in Sicilië, wordt veel minder commercieel gevierd dan in België. Geen kerstmarkten, geen kerstmannen die van de balkons bungelen, geen overdreven kerstversiering in de vitrines,… Gelukkig wel kerstlichtjes en soms muziek door de luidsprekers. De poging waard, zullen we maar zeggen.
Terug thuis, op ons domein, maakten we op basis van Andrea’s recept een lekkere frittata met verse eieren en dito kruiden uit de tuin. Jummie! 

De tijd vloog en Kerstmis kwam dichterbij. Het was dan ook hoog tijd om onze zelfgemaakte kerstboom te versieren. Slingers, ballen, lichtjes,… alles was voorhanden. Zelfs pakjes voor onder de boom! Zoals we reeds schreven: onze gastheer en -vrouw dachten aan alles! 

Elke morgen startte met dezelfde routine. Daisy blafte ons wakker, we lieten haar buiten en trokken vervolgens naar het kippenverblijf. Eten geven, stro verversen, eieren rapen,… we waren snel een kwartier bezig aangezien we in het hoofdgebouw ook de katten binnen lieten en van eten en drinken voorzagen. Tegen dat we aan ons eigen ontbijt begonnen was alle ochtendvermoeidheid verdwenen.  

Tijdens de afwezigheid van David en Leonie hielden we ons bezig met van alles en nog wat. De bibliotheek was de grootste troef, maar tussen boek en dvd waren we te vinden in de ‘cave’ onder hun huis om onze darts skills bij te spijkeren, in de boomgaard om olijven te plukken en die vervolgens te prepareren zoals we in Ispica geleerd hadden, in Alberobello om de beroemde trulli te bezoeken en langs de Pugliese kustlijn. De temperaturen waren doorgaans zacht en lieten zelfs nu en dan een lunch in buitenlucht toe. 

We leefden La Dolce Vita, maar op 24 december bereikte onze tolerantie voor de Italiaanse inefficiëntie zijn limiet. Dat ze dubbel en driedubbel parkeren, dat zijn we gewoon. Dat ze in het midden van de hoofdstraat stoppen om een praatje te slaan met de eigenaar van een winkel die toevallig buiten staat, dat verbaast ons ook niet meer. Dat we enkele dagen eerder vijfenveertig minuten moesten aanschuiven in het postkantoor en vervolgens zelf twintig minuten aan de beurt waren (elke envelop moest afzonderlijk gewogen worden, hoewel ze alle dezelfde postkaart bevatten), daar had David ons voor gewaarschuwd. Het toppunt was echter dat groenten in de supermarkt niet aan de kassa gewogen worden, noch aan de hand van zelfweegschalen. Neen, als je een stuk groente of fruit wil kopen, schuif je aan in de groenteafdeling, zodat een personeelslid jouw stuk groente of fruit kan wegen en het ticketje kan printen. De dag voor Kerst besefte natuurlijk iedereen plots dat ze nog heel wat nodig hebben en zo geschiedde dat we voor een ajuin een kwartier in de rij stonden.

Kerstavond werd er niet minder om. We mochten ons feest vieren in the Millhouse (het huis van David en Leonie) met de grote keuken, een salon en een grotere haard,… gezelligheid troef! We schonken ons een grote kuip Aperol Spritz uit en probeerden er niet te veel bij stil te staan dat onze families tweeduizend kilometer verder jaarlijkse tradities zonder ons verderzetten.
Eend zou het niet worden; dat aten ze hier niet. Na drie supermarkten en twee beenhouwers pasten we onze menu dan maar aan naar geit. Dat was eens iets anders op kerstavond (and for the record, helemaal niet slecht). Voor de rest was alles aanwezig: een kerstboom, veel lichtjes, lekker eten, pakjes, muziek, gezelschapsspelen en zelfs familie… via FaceTime weliswaar.

Op Kerstmis genoten we van een rijkelijke lunch in het centrum van Ostuni. Het meergangenmenu (we zijn de tel kwijtgeraakt) was zo overvloedig dat we ons bij het dessert moesten overtuigen om te proeven - wat we gelukkig toch deden. Het spreekt voor zich dat we in de namiddag niet veel meer waard waren. ‘Thuis’ ploften we in onze zetel en deden we ons uiterste best om een indigestie te vermijden.
Tegen 19u stapten we opnieuw de auto in naar Ostuni. In de kathedraal vond namelijk een optreden plaats van The Harlem Voices, een gospelkoor. Hoewel de dame van de toeristische dienst ons een paar weken eerder had verteld dat we niet echt op tijd moesten zijn en dat er zeker plaats genoeg zou zijn, zat de kerk nokvol en zagen we ons genoodzaakt achteraan met de rug tegen de muur enkel luisterend te genieten van het spektakel. 

De week als grootgrondbezitter en als house- and animalsitters vloog voorbij en voor we het wisten zaten we samen met David en Leonie aan tafel om verhalen uit te wisselen over de kerstperiode. Ze hadden het goed gesteld in de UK en gezien hun huis niet was afgebrand en alle dieren nog in leven waren, hadden wij onze taken goed uitgevoerd.
Een bevriend Brits koppel arriveerde de volgende dag op Masseria Impisi en wij zorgden voor de gelegenheid voor een Belgisch hoofdgerecht in de vorm van stoofvlees met gestoofd witloof vergezeld van een blonde Leffe (het enige Belgische bier wat hier in de wijde omtrek te vinden was).  

Na Kerstmis naderde vanzelfsprekend oudejaarsavond met rasse schreden. We hadden amper de tijd om veel werk te verrichten en meer dan wat snoeien hier en daar kregen we niet gedaan alvorens we weer aan de feestdis zaten. Meer Britse en Italiaanse vrienden kwamen langs en met z’n negenen genoten we van de avond. David haalde enkel goocheltrucs boven en verkreeg veel ‘aaah’s’ en ‘ooooh’s’ van ons allen. Leonie toverde eveneens, maar dan in de keuken. Een verbluffend lekker diner was de perfecte manier om een al even wonderbaarlijk 2015 af te sluiten. De kers op de taart was het uitstapje naar Ostuni-centrum waar we, in het Italiaans, aftelden op de piazza en honderden wensballonnen zagen opstijgen. Benieuwd welke wensen er in 2016 allemaal zullen uitkomen…
1 Comment

5 - 10 december: taormina en messina

10/12/2015

0 Comments

 
De volgende halte op onze trip langs de oostkust van Sicilië was Taormina, de drukst bezochte stad van het eiland. Wegens zijn spectaculaire ligging tegen de berg en de democratische prijzen voor de trein besloten we om gebruik te maken van het openbaar vervoer en stipt om tien uur - een uitzondering in Italië - lieten we Catania en een smeulende Etna achter ons. 
Tegen die tijd waren we al tweemaal ‘in’t zak gezet’ en dat zou niet de laatste keer zijn die dag: we betaalden teveel voor de peren op de markt, aten een matige croissant van €2, vloekten op een busrit van nog geen tien minuten voor €3,80, brachten een bezoek aan het Teatro Greco voor €20 dat de dag daarop gratis bleek te zijn en dronken tot slot te dure wijn en aten een pizza die slechts de helft van ons bord vulde. Je hebt zo van die dagen…
Desondanks was Taormina, dankzij de prachtige vergezichten over de Middellandse Zee, het betoverende amfitheater, het verrassende stadspark en de kronkelende steegjes en gezellige pleintjes het bezoek meer dan waard! 

Zondagvoormiddag startten we met een pittige klim naar de kasteelruïne hoog op de rotsen. Het uitzicht was spectaculair en de zee, met zijn duizend tinten blauw, zag er zo aanlokkelijk uit dat we besloten om tot op zeeniveau af te dalen en Isola Bella van dichtbij te inspecteren. De bus, die als vervangmiddel werd ingezet voor de defecte kabelbaan, was niet te bespeuren en dus was het zelfs in t-shirt goed zweten om onze wandeltocht af te ronden en terug in het centrum te geraken. 
Na een welverdiende gelato - ik koos voor de gelegenheid beter dan Katrien -, belden we tijdens de siësta met Moeke en kregen we een berichtje van de Sint uit Zoersel. Onze tweedaagse Taormina werd afgesloten met een lekkere karaf witte huiswijn en (volgens Katrien) de beste bruschetta die ze ooit had gegeten. Een boude uitspraak voor iemand die zes maanden in Italië heeft gewoond.

Liften was ons blijkbaar op het lijf geschreven. We moesten weliswaar een stuk wandelen alvorens we een geschikt plekje hadden gevonden, maar eens op post duurde het slechts een vijftiental minuten alvorens we mochten instappen bij Carmelo. De sympathieke dokter vertelde honderduit over Messina en zette ons om vijf voor twaalf af aan de dom. Precies op tijd voor het dagelijkse spektakel van de brullende leeuw, de kraaiende haan en de bewegende engelen, onder een instrumentale versie van Schuberts Ave Maria.

We dropten onze rugzakken bij de Polizia Provinciale, maar realiseerden ons al snel dat Messina niet veel voorstelde. Naast een geslaagde kennismaking met de granita (limoensorbet met brioche) en een blij weerzien met de Costa Fortuna, een van de cruiseschepen die eerder in Noorwegen ons pad kruiste, waren we relatief snel uitgekeken op de chaotische en vuile stad. Onze hosts, Hicham en zijn vriendin Franscesca, maakten het imago van de stad gelukkig ruimschoots goed en de eerste avond was het 1.30u alvorens we ons bed inkropen.

De altijd lachende Marokkaan die een heerlijke kok en polyglot bleek te zijn en de nieuwsgierige en enthousiaste neurochirurg in opleiding uit Sardinië bezorgden ons een hartverwarmend verblijf en vanaf het eerste moment leek het alsof we al jaren goede vrienden waren. Keer op keer blijven we ons verbazen over de generositeit en de hartelijkheid waarmee we door vreemden ontvangen worden en Hicham en Francesca kwamen zonder twijfel mee bovenaan in het lijstje van superhelden die ons doorheen onze trip hebben geholpen.

De twee dagen die we samen doorbrachten, genoten we van ontbijt in t-shirt en topje op hun zonovergoten terras (met zicht op zee en Calabrië), een trip naar de Etna, een gezellige avond in de pizzeria, een wandeling naar Dinnammare (jammer genoeg zonder overweldigend uitzicht wegens een plotse, dikke mist), heerlijke lokale dolci,… maar vooral van de eindeloze en interessante babbels over alles en niets.  

Met pijn in het hart namen we op donderdagmorgen dan ook afscheid van dit fantastisch koppel. Een laatste keer toonde Hicham zich een geweldige host door niets aan het toeval over te laten en ons niet alleen af te zetten aan de bushalte, maar pas terug te vertrekken toen hij ons op de bus zag stappen richting Puglia. 
Stipt om 10.45u vertrokken we voor een nieuw avontuur en lieten we Sicilië na een kleine maand achter ons. Doorheen Calabria en Basilicata, in weer en wind, bracht Interbus ons met een vertraging van vijfenveertig minuten tot in Brindisi, waar we werden opgewacht door David. Samen met Leonie woont hij al achtentwintig jaar in Italië en de twee Britse kunstenaars op rust hebben een prachtige B&B met een dito domein vol olijf- en fruitbomen. Na een korte rondleiding maakten we nader kennis tijdens een gezellige diner en voelden we meteen dat het hier wel goed zou komen: het huisje waarin we terecht konden was gezellig, het eten smaakte bijzonder goed, maar bovenal was de babbel uiterst hartelijk en hadden we vanaf het begin een goede klik.
0 Comments

28 november - 4 december: malta, siracusa, Catania

4/12/2015

3 Comments

 
Voor Albert was het nu weekend en we besloten om hem als extra bedankje een lekker en stevig ontbijt klaar te maken. We trokken het net iets breder dan Maltese Pastizzi, de filodeeggebakjes gevuld met erwtenpasta of ricotta die onderweg naar het werk meestal als snelle hap naar binnen worden gewerkt. We stapten dan ook met een goed gevulde maag de wagen in voor een excursie naar Gozo.
Naar Maltese normen was het een heel eind rijden en aangezien we een ferry moesten nemen, waren we toch even onderweg. Albert reed ons als volleerde gids het eiland rond en met ‘The Azure Window’, ‘Fungus Rock’, ‘The Inland Sea’, ‘Ramla Bay’ en de citadel van Rabat kwamen alle hoogtepunten aan bod. De uitstap was een schot in de roos en voornamelijk de ruwe rotskust en de wilde zee met zijn natuurlijke, archeologische bezienswaardigheden lieten op ons de grootste indruk na. 
Terug in Valletta gingen we naar een pizzeria en beseften we dat de trip ons danig had uitgeput. Bijgevolg geen stop meer in de pub zoals op vrijdagavond, maar de voeten omhoog in de home cinema en relax nog even genieten van enkele afleveringen van ‘Orange is the New Black’, onze nieuwe verslaving. 

Ook op zondag trokken we er met ons drietjes op uit. Eerste stop van de dag was het vissersdorpje Marsaxlokk, waar elke zondagmorgen een grote markt wordt opgetrokken. Jammer genoeg hebben ook de toeristen hun weg gevonden naar deze idyllische baai en werd er naast verse vis, groenten en lokale lekkernijen vooral veel rommel verkocht.
Tweede halte was de voormalige hoofdstad van Malta, Mdina. Net als rond elke andere zichzelf respecterende stad werd er ook hier een uit de kluiten gewassen vestigingswal opgetrokken en binnen de enorme muren vonden we een wirwar aan straatjes, mooie kerken en statige palazzi. Een bezoek aan Mdina kon niet anders dan gecombineerd worden met een stop in Crystal Palace,  geen luxueus paleis, maar een vooroorlogs barretje waar we de beste Pastizzi van het eiland proefden. 
Na een tussenstop ten huize Albert, waar het jammer genoeg alweer tijd was om onze spullen bijeen te zoeken, was de laatste stop van de dag een diner op het appartement van Maddie en Ruben, een bevriend koppel. Tijdens verhalen over onze trip en geanimeerde discussies over het reilen en zeilen in Malta, genoten we van het lekkere eten en goede gezelschap. De perfecte manier om een heerlijke vijfdaagse Malta af te ronden.

Om vijf uur ging de wekker en na een lift van Albert (held!) voeren we om iets voor half zeven de haven van Valletta uit. De file in de haven, gecreëerd door het gigantisch schip van de Britse marine dat voor het bezoek van The Queen naar Malta was afgezakt, zorgde ervoor dat we onze trein van Pozzallo tot Siracusa onmogelijk nog konden halen, maar dat bleek achteraf gezien een gouden zaak. Nadat we voet aan wal hadden gezet, sprak Katrien de eerste de beste persoon op de parking aan. Of hij niet toevallig naar Siracusa moest en of we misschien konden meerijden? Wonder boven wonder was dit het geval en veel sneller en goedkoper dan verwacht stonden we in het centrum van de stad.
De check-in op ons appartementje kon pas vanaf 16u, maar na het droppen van de bagage en een snelle switch naar een korte broek en t-shirt trokken we al het oude stadscentrum in. We zijn misschien wat veel gewoon tegenwoordig, maar we hadden meer verwacht van het kleine schiereiland (Ortigia), dat steevast hoog wordt aangeprezen in reisgidsen. Niettegenstaande genoten we van de heerlijke zon, kon het Italiaanse ijs ons wederom bekoren en vertoefden we nog steeds in het uitstekende gezelschap van elkaar. We rondden de dag af met een heerlijke, zelf klaargemaakte pasta die we samenstelden op de markt: venkel, ajuin, courgette, zongedroogde tomaten, okkernoten en gezouten ricotta… een uitstekende combinatie.

Of het aan de zelfgemaakte pasta of aan iets anders lag zullen we nooit weten, in ieder geval werd Katrien misselijk in de loop van de nacht. Het was de eerste keer in zeven maanden dat een van ons serieus ziek was en dan ben je blij dat je niet in een tent ligt ergens te velde of ver weg van sanitaire voorzieningen. Het geplande bezoek aan het Parco Archeologico della Neapolis, het hoogtepunt van Siracusa, stelden we uit naar de volgende dag en per sms boekten we een nachtje bij.

Woensdag ging het gelukkig allemaal al een stuk beter - het yoghurtregime en goed uitslapen hadden hun vruchten afgeworpen - en we namen de elektrische bus tot aan de ingang van het archeologisch park voor de luttele prijs van €0,50. Met het Romeins amfitheater, het Grieks theater, het Oor van Dionysus (een artificiële grot) en de tombe van Archimedes was de site echt de moeite. Met een beetje fantasie zie je Caesar na een gladiatorengevecht zo zijn duim omhoogsteken, terwijl hij denkt “brood en spelen, meer heeft het plebs niet nodig”. 
Het was bijna 15u ondertussen en we hadden honger als een paard. Met twee panini en wat lokale salami en gerookte kaas stelden we een late lunch samen en hielden we een extra lange siësta. Tijdens 14u en 17u vind je geen kat op straat en zo kon Katrien weer wat op krachten komen. ’s Avonds trokken we voor een kleine avondwandeling de gezellig verlichte steegjes terug in en at ik een oer-Siciliaanse arancino: rijst met ragu, in een gefrituurde korst, in de vorm van een omgekeerde tol. Jummie! 

Liften van Pozzallo naar Siracusa had ons geen windeieren gelegd en we waagden onze kansen opnieuw richting Catania. Op de achterkant van een Frostieskarton schreven we in grote letters onze eindbestemming en aan een tankstation staken we onze duimen omhoog. Na een kwartier raadde een oudere man ons aan wat verder te staan, omdat de kans er wellicht groter was dat iemand ons zou oppikken. Wie had dat gedacht, gelijk kreeg hij! Na enkele minuten op ons tweede plekje claxonneerde een jonge vrouw op weg naar haar werk. Ze was cipier in de gevangenis van Catania en dropte ons voor ons hotel. Wat een service! 
Catania is zeker niet de mooiste stad die we al bezochten, maar heeft toch heel wat bezienswaardigheden. Het Grieks theater moest dan wel onderdoen voor de tegenhanger in Siracusa, samen met de vele kerken (natuurlijk), de chaotische, maar gezellige vismarkt, het klooster van de Benedictijnen, de unief, il Duomo,… konden we toch de hele namiddag sightsee-end doorbrengen. Eens de zon weg was en wij klaar waren voor een terrasje, bleek het jammer genoeg niet zo’n evidentie om een goede bar te vinden. Uiteindelijk dronken we een Apérol Spritz in de bar van het hostel en ’s avonds dineerden we heerlijk Siciliaans op kosten van Lucie, Hugo, Jan, Bert, Gwendolien en Haike voor mijn verjaardag. 

De Etna. Je kan Catania niet bezoeken zonder een uitstap te maken naar de grootste, nog actieve vulkaan van Europa. De kostprijs is eerder hoog (€49 pp), maar deze lucky bastards kregen meer dan waar voor hun geld. Ten eerste hadden we wegens gebrek aan andere toeristen vijf uur lang een privé-gids ter onzer beschikking, maar voornamelijk een krachtige uitbarsting zorgde voor onverhoopt spektakel. Als zelfs de gids Paolo even enthousiast als wij foto’s staat te nemen en in de stad iedereen vraagt of je de uitbarsting hebt gezien, besef je van wat voor een unieke gebeurtenis je getuige bent geweest. 
Bij activiteit maakt de anders eerder stille vulkaan een geluid zoals donder. Tijdens onze uitstap hoorden we een constant gerommel in de buik van de berg en een gigantische stoomwolk vormde zich boven de krater. Bij daglicht ziet het vuur er donker uit (enkel ’s nachts zie je de rode gloed), maar toch zagen we af en toe een oranje kleur in de zwarte massa en leek het meermaals alsof er een raket werd afgeschoten. “It’s so, so powerful,” bleef de gids maar herhalen. Diezelfde gids drong er vervolgens op aan om het programma aan te passen en de lokale proevertjes om te ruilen tegen een wandeling op de Schiena d’Asino, hoewel een andere gids dit pad voor de zekerheid (vallende asblokken) net naar beneden was gevlucht. De uitbarsting nam op dat moment wat aan kracht af en dus vingen we met een helm op de wandeling aan. Je kon permanent de asdeeltjes horen en voelen vallen. Later, in de voorsteden van Catania, zagen we auto’s, straten en balkons volledig onder de assen. Het enige wat ontbrak was een kolkende lavastroom - van 14/12/1991 tot 30/03/1993 heeft er bijvoorbeeld meer dan vierhonderd dagen lang lava gevloeid. Maar goed, je kan niet alles hebben… wat een belevenis!
3 Comments

 21 - 27 november: ispica (sicilie) en malta

27/11/2015

 
Hoewel we zaterdag van plan waren een stevige voormiddag te werken, kwam Daria ons breed zwaaiend met haar armen tegemoet gelopen terwijl ze riep “stop iiit, stop iiit”. Eerst dachten we dat we verkeerd bezig waren, maar blijkbaar vertrok er een bus vanuit Ispica naar Ragusa en aangezien zij naar Ispica moest, konden we tot daar meerijden. Daria, eens je haar wat leerde kennen, viel ze best mee. 

Ragusa werd na de aardbeving van 1693 opnieuw in barokke stijl opgetrokken, net zoals Modica en Noto, het stadje dat we de volgende dag zouden bezoeken. Het oude stadsdeel Ibla ligt wat buiten de moderne stadskern en is prachtig tegen de rotsen gebouwd. Haast onvoorstelbaar hoe sommige huizen er ooit tot stand zijn kunnen komen.
Aangezien we de bus tot Modica hadden moeten nemen om daar over te stappen naar Ragusa en vervolgens de lokale bus naar Ibla te nemen, was het al tegen 13u toen we aan onze culturele uitstap konden beginnen. Middenin de siësta natuurlijk. De toeristische dienst was gesloten en dus zat er niets anders op dan ons te behelpen met de pijltjes naar de hoogtepunten die hier en daar waren neergepoot. Het mooiste naar onze mening: niet het overaanbod aan kerken, maar de kleine steegjes en het zich op Ibla vanop de trappen van de Santa Maria delle Scale.

Over de ratio werken/bezoeken konden we niet klagen. Zondag gingen we naar Noto, een van de belangrijkste baroksteden in Italië (beweert Wikipedia). Door de Porta Reale trokken we de binnenstad in en gelukkig konden we ditmaal wel een plannetje op de kop tikken bij de toeristische dienst. Niet dat we konden missen: de belangrijkste bezienswaardigheden lagen alle langs de Corso Vittorio Emanuele.
Het toeristenmenu dat we doorgaans proberen te vermijden, maar een van onze weinig opties was, bleek een voltreffer: een groot bord lekkere antipasti, een pasta al ragu voor Wouter en alla norma voor mij, een vitello (de secondo stelt zelden meer voor dan een lap vlees) en een flinke karaf rode wijn. Gelukkig aten we laat ’s avonds. 
Terug ‘thuis’ staken we samen met Daria en Vito de handen uit de mouwen om een grote lading olijven te bereiden. Deze hadden drie dagen in de zon gelegen en het was tijd om ze te marineren. Een uur lang stripten we allerhande kruiden van hun takjes (tijm, munt, wilde venkel en marjolein) en sneden we sinaasappelschillen in fijne stukjes.

Er viel wat werk in te halen en maandag waren we dan ook de hele dag in de moestuin te vinden. ’s Avonds zagen we heel duidelijk het werk dat we verricht hadden: het ruwe grasveld was met handenarbeid (en een klein beetje hulp van de ‘motozappa’) omgetoverd tot een verzorgde en afgewerkte moestuin. In een deel hadden we bonen geplant en in een ander staken we bamboestokken in de grond om er erwten tegen te laten groeien. Deze plantten we dan wel binnen in yoghurtpotjes zodat ze konden kiemen, het zicht op het bamboeveld was niet slecht. 

Nadat we met de stenen die we uit het ruwe grasveld hadden verwijderd een kanaal hadden gemaakt in de moestuin, ontdekten we op dinsdag dat het slechte weer op zee wel eens roet in ons eten zou kunnen strooien. We wilden graag naar Malta vertrekken de volgende dag, maar op hun website kondigde Virtu Ferries aan dat geen enkele boot zou uitvaren. Mogelijk tot en met vrijdag, uiteindelijk tot en met zondag! De boot dinsdag voer gelukkig wel nog en zo kwam het dat Daria ons na de lunch naar Pozzallo reed. Er was wat vertraging, de zee was vrij wild en Dany de Vito in “Deck the Halls”, de geselecteerde kerstfilm op de boot, kon ons slechts matig boeien, maar het weerzien met erasmusvriend Albert die ons in de haven van Valletta kwam oppikken en het feit dat we om 22u ’s avonds in t-shirt nog een terrasje konden doen, maakten alles goed. 

Woensdag, donderdag en vrijdag hingen we de toerist uit. Jammer genoeg lagen de temperaturen plots een stuk lager, was er heel veel wind en moesten we op tijd en stond schuilen voor een stevige regenbui.
Tot 1964 was Malta een kolonie van het Verenigd Koninkrijk en verschillende Britse invloeden zijn nog steeds merkbaar: men rijdt links, Engels is een officiële taal, in de pub drink je matig getapte ales en stopcontacten zijn niet compatibel met onze Europese stekkers. Er hingen bovendien overal Britse vlaggen, maar dat zou kunnen te maken hebben met het feit dat the Queen op bezoek was in het kader van een Commonwealth Summit. 

Valletta is de kleine, maar mooie hoofdstad van Malta. Het voelde aan alsof we in het filmdecor van een Grieks-Romeins epos rondwandelden. Niet verwonderlijk dat o.a. Troy en Gladiator hier zijn opgenomen. Goed bewaarde mastodonten van stadsmuren, uitkijktorens en forten, smalle steegjes met trappen, de zee die op het einde van zowat elke straat te zien is en prachtige huizen met dito balkons. We hadden geluk dat we een van deze huizen ook binnenin konden bezichtigen. Joanna en Henry, de zus en schoonbroer van Albert, nodigden ons namelijk uit voor het diner op woensdag.
Waw! Met verstomming werden we geslagen. De woning telde zessenhalve verdieping en stond bol van de architecturale vindingrijkheid. De vloeren aan de achterzijde van het huis waren bijvoorbeeld telkens uit glas gemaakt, zo kon je vanop de bovenste verdieping helemaal tot beneden in de kelder kijken. In die kelder was overigens een zwembad in aanbouw. Tussen verdieping twee en drie zat een authentieke geheime kamer waar een stenen wenteltrapje naar leidde - daar sliep de au-pair - en uit het aan de eetkamer grenzende salon, een meter hoger, schoven ze een lange eettafel tevoorschijn die anders verstopt zit in de vloer. We zouden bijna vergeten te vertellen hoe heerlijk de pompoenrisotto smaakte.

Donderdag namen we de bus naar de tempels van Hagar Qim (onuitspreekbaar in het Maltees) en Mnajdra (al uitspreekbaarder). Hoewel Malta een klein eiland is, was het toch een lange rit met overstap. De tweede bus hadden we, op een oudere man na, voor ons alleen. Hij had ons horen vragen naar de tempels en gaf vol overgave tekst en uitleg bij alles wat we onderweg zagen. De buschauffeur droeg eveneens haar steentje bij door héél traag te rijden. Uiteindelijk kwamen we in de gietende regen aan bij de megalithische meesterwerken. De ruïnes zijn de oudste vrijstaande tempels ter wereld. Ja, zelfs ouder dan de piramides. Straf dat men in drieduizend voor Christus zo’n bouwwerken kon rechttrekken zonder machines. Met blokken tot twintig ton zou dat zelfs vandaag geen evidentie zijn. 
De tempels zijn mooi, mede door hun ligging aan zee, maar het is jammer dat er een tent/hoes over is geplaatst om de broze kalksteen te beschermen tegen weer en wind. En wind was er! 
Op onze weg terug wierpen we een snelle blik op de Blue Grotto en waren we een oudere man zeer dankbaar voor een lift naar de busterminal. 
Albert stond ’s avonds achter het fornuis terwijl hij ons in zijn home-cinema naar Munich liet kijken. Ook deze film werd hier opgenomen en het was leuk om de hoekjes en pleinen te herkennen waar we zelf al voorbij wandelden.

Naast Valletta zijn nog drie andere stadjes de moeite: Isla, Bormla en Birgu (of bij hun Engelse naam Senglea, Cospicua en Vittoriosa - kwestie van het niet te ingewikkeld te maken). Deze drie gaan samen door het leven als the Three Cities. We stapten iets verder van de bus om eerst fort Rinella en fort Ricasoli te bekijken. Het eerste viel af omwille van zijn toegangsprijs - twaalf euro voor een kanon van honderd ton… we zouden het wel eens bekijken via Google Images - en het tweede kon je niet betreden, maar was gelukkig ook van buitenaf mooi. Meerdere scènes van Game of Thrones werden hier trouwes opgenomen en daarmee sluiten we ons scala aan voorbeelden uit de filmindustrie.
Vittoriosa is de grootste stad en heeft het meest te bieden: indrukwekkende verdedigingsmuren onder de vorm van een dubbele gordel, enorme kerken, fort Saint Angelo, gigantische privéjachts, het zicht op Valletta en kleine straatjes waar je voor je het weet verloren loopt. Wie hier twintig jaar geleden op vakantie zou zijn gekomen, had aan een fotorolletje van zesendertig zeker niet genoeg gehad. 
’s Avonds deden we ons in het aangename gezelschap van Albert tegoed aan een typisch Maltese fenkata. Een volledig konijn in een look-en-wijnsaus met frietjes was nét te veel, maar het was een appetijtelijk alternatief op het Belgische konijn met pruimen.

13 - 20 november: ispica (sicilie)

20/11/2015

 
Onvoorstelbaar vlot legden we op vrijdag de dertiende de afstand af tussen de deur van onze studio en de deur van ons onderkomen in Ispica. Na de metro hadden we een onmiddellijke busverbinding naar de luchthaven waar security check, check-in en boarding elkaar naadloos opvolgden. Daria en Andrea, de eigenaren van de b&b-boerderij waar we zouden werken, hadden op voorhand uitgelegd welke bus we moesten nemen vanuit Catania en anderhalf uur na de landing pikte Andrea ons op aan de bushalte van een van de zuidelijkste plaatsjes van het eiland.

Nel cortile leerden we de Poolse Marta en de Deense Rosa kennen die enkele dagen eerder waren aangekomen. Zij gingen ’s avonds met Daria naar Modica en wij maakten ondertussen kennis met het kooktalent van Andrea - vijf jaar lang had hij in verschillende restaurants in Londen gewerkt, waaronder een Japanse sterrenzaak. Hoewel het een simpele pasta was die we ook zelf al bereidden onderweg, had ik van het dampende bord conchiglioni met broccoli en blauwe kaas kunnen blijven eten. Een lekkere fles rode wijn - het werden er uiteindelijk twee - die zijn beste vriend Carlo had meegebracht, lieten we ons eveneens welgevallen en ons Siciliaans avontuur had niet beter kunnen starten.

De stramme spieren op zondag bewezen het harde labeur dat we verricht hadden op zaterdag. Wouter kreeg een zware graskantenmaaier in de hand en maaide het kniehoge gras en onkruid rondom alle bomen in de boomgaard. Marta, Rosa, Vito (een oudere vriend/werker op de boerderij) en ik snoeiden de johannesbroodbomen en bonden de afgeknipte taken samen. Tegen de middag hadden we honger als een paard en dat kwam goed uit want er stond een lekkere groentecurry op ons te wachten. In de late namiddag, na de siësta, werkten we af waar we aan begonnen waren en werd het einde van de werkdag geluid door de ondergaande zon. 

Communiceren met Daria was uitdagend. Niet de Italiaanse mamma waarop we hadden gehoopt, maar een harde tante die kordaat en direct vroeg (riep) wat ze verwachtte, zonder veel uitleg. Nochtans had ze het in zich om vriendelijk te zijn, wanneer ze tijd had. Dat kantje ontdekten we toen ze ons op de rustdag kwam halen in Modica; achter het stuur bleek ze een spraakwaterval.
We hadden na een laat ontbijt besloten om deze stad, twintig kilometer verder, te bezoeken. Met 23°C in de zon hadden we het slechter kunnen treffen midden november. De stad heeft veel barokke kerken en bij elke kerkgevel dachten we “dit zal diegene zijn vanop Google Images”. De voorlaatste bleek uiteindelijk de winnaar: il Duomo di San Giorgio. Een ijsje en scaccia later (typisch gerecht in Ragusa: opgevouwen deeg met vulling) waren we ruim op tijd op de piazza G. Matteotti vanaf waar Daria ons een lift huiswaarts gaf. 

De twee daaropvolgende dagen werkten we extra hard in de boomgaard, zodat we voldoende uren verzamelden om woensdag vrijaf te nemen. Snoeien met de kleine en grote knipscharen, de nieuwe scheuten en droge wildgroei rondom de bomen afzagen, een grote bos takken samenbinden en ze nadien op de witte, stenen muurtjes doorheen het veld stapelen. De zon deed goed haar best en onze gebruinde ‘fietsarmen’ werden probleemloos onderhouden. 

Samen met onze Deense en Poolse medehelpsters gingen we ’s woensdag naar de zee in Pozzallo. Met 26 graden in de zon en 20 in de schaduw was het precies zomer en iedereen behalve ik - veel te koud - maakte van de gelegenheid gebruik om in zee te zwemmen. Na de plons was het tijd voor een biertje en scaccia als lunch, op een terras wel te verstaan… ‘the italian way of life’, daar konden we wel aan wennen. ’s Avonds zorgden we zelf voor ons avondmaal en vloeide de wijn rijkelijk ter ere van de laatste avond van Marta en Rosa. 

Donderdag ruilden we de boomgaard in voor de moestuin. De uitleg was karig en kwam van tussen de tanden van Vito, de oudere man uit Milaan die sinds jaar en dag meedraait op de boerderij. Tussen het wieden en winterklaar maken van de grote groentetuin door vielen de eerste regendruppels. Niet dat het met bakken uit de hemel kwam, maar het was toch even aanpassen.
Na de pasta met heerlijke salsiccia met venkel trokken we onder een blauwe hemel weer de tuin in waar we genoten van de overdonderende geurenmix van de kruiden en groenten. Gezien de lange voormiddag konden we het relatief snel voor bekeken houden en maakten we werk van de verhuis van onze (koudere) kamer, naar het gezelligere en warmere appartementje waar Rosa en Marta de voorbije week hadden geslapen.
Doorgaans staat ’s avonds niet Andrea, maar Daria achter de kookpotten en dat was ook toen het geval. De couscous met bladeren van verschillende kolen (ja, de bladeren die wij meestal als afval beschouwen) was een winner en tijdens het diner spraken we af dat we daags nadien in de voormiddag de Cava d’Ispica konden bezoeken en in de namiddag zouden werken. 

Zo gezegd, zo gedaan. We kregen een lift van Daria die naar haar werk vertrok en daalden al om 8u30 af tot in de kloof. We hadden dan wel gedacht dat het in Sicilië warmer zou zijn dan tijdens de gemiddelde Belgische novembermaand, maar dat we voor 9u in t-shirt zouden rondlopen, oversteeg toch onze verwachtingen. De wandeling was mooi, maar het leukste was dat we onze rugzak konden volplukken met exotisch fruit en kruiden: granaatappels, appelsienen, citroenen, noten, cactusfruit, salie, wilde munt, rozemarijn,… Fan-tas-tisch!

Het werk in de namiddag in plaats van ’s morgens aanvangen had zo zijn voordelen. Meerdere factoren veroorzaken namelijk een pak ‘verloren tijd’. Na het middagmaal houdt men steevast een siësta tijdens dewelke we niet kunnen werken en als onze werkdag erop zit, is het te laat om nog ergens naartoe te gaan aangezien het om 17u donker is. Bovendien zijn we altijd aangewezen op een lift omdat Vinciucci te ver van alle bushaltes ligt. Tussen 17u en 21u moeten we ons dan ook zien bezig te houden en dat is niet altijd even gemakkelijk. Het toppunt van ‘verloren tijd’ was echter toen Daria ons meer dan een uur liet wachten na ons bezoek aan de kloof. Stiptheid en Italianen… geen gelukkig huwelijk. 
In de namiddag harkten we het losse gras van twee grasvelden bijeen en prepareerden we deze ploegklaar zodat de moestuin kon worden uitgebreid. Tof dat Andrea ervoor zorgde dat het werk afwisselend was en dat hij ons nu en dan uitlegde wat de achterliggende reden was van bepaalde taken en methodes. 

Het was intussen een week geleden dat we het bruisende Budapest inwisselden voor het Siciliaanse platteland en die had niet beter kunnen eindigen. Twee vrienden van Andrea, waaronder Carlo, kwamen langs voor het avondeten en brachten een uitgebreide kaas- en vleesantipasto mee: pancetta al pepe nero, salumi diversi, pecorino, prosciutto crudo,… Carlo zorgde voor de finishing touch met enkele lekkere flessen wijn (o.a. de sprankelende Lambrusco uit Emilia-Romagna) en we amuseerden ons kostelijk.

    Archives

    September 2016
    August 2016
    July 2016
    June 2016
    May 2016
    April 2016
    March 2016
    February 2016
    January 2016
    December 2015
    November 2015
    October 2015
    September 2015
    August 2015
    July 2015
    June 2015
    May 2015
    April 2015
    February 2015

    Categories

    All
    Albanië
    België
    Bosnië & Herzegovina
    Bulgarije
    Denemarken
    Duitsland
    Engeland
    Estland
    Finland
    Frankrijk
    Griekenland
    Hongarije
    Ierland
    Italië
    Kosovo
    Kroatië
    Letland
    Litouwen
    Luxemburg
    Macedonië
    Montenegro
    Nederland
    Noord Ierland
    Noorwegen
    Oostenrijk
    Polen
    Roemenië
    Schotland
    Servië
    Slovenië
    Slowakije
    Tsjechië
    Wales
    Winterstop
    Zomerstop (Erasmus Reünie)
    Zweden

Powered by Create your own unique website with customizable templates.