Jammer genoeg was op dit vroege uur de bakker al (of nog?) zo goed als leeg. De snelle hap in de vorm van een smakelijke koffiekoek konden we dus op onze buik schrijven en een brood hadden we nog in de tassen zitten. We besloten om eerst wat te fietsen, maar na een dikke zestien kilometer waren de batterijen leeg. Twee dikke sneden meergranenbrood met confituur en een slok Isostar deden wonderen en we konden er weer tegenaan.
Voor de tweede dag op rij geen regen en het landschap werd mooier en mooier. Het ging al een stuk meer op en af en toen we na een korte klim een tunnel uitkwamen, keken we onze ogen uit. Dit was waarvoor we gekomen waren! Het smalste punt van de Donau is ronduit indrukwekkend en onze eerdere vergelijking met de Noorse fjorden was hier zeker niet overdreven. Steile rotswanden kwamen loodrecht uit de rivier naar boven en hier was het heerlijk fietsen.
Onze inspanningen werden beloond en na een langere klim tot op driehonderdvijftig meter met stukken tot +10% genoten we van een weids uitzicht. Als surplus kregen we het gebeeldhouwde gezicht van Koning Decebalus perfect te zien. Dit veertig meter lange beeldhouwwerk is uitgehouwen in de rotsen en brengt hulde aan de laatste koning van Dacia, die met zijn strijd tegen de Romeinse keizers Domitian en Trajan het moderne Roemenië vormde.
Aan bezienswaardigheden overigens geen gebrek aangezien aan de overkant van de rivier ook het Roemeense Mracuna klooster lag te pronken.
Het gebrekkige ontbijt in combinatie met de hoogtemeters en de vierde fietsdag op rij zorgden ervoor dat we rond iets na 11u onze fietsen weer langs de kant moesten zetten. Twee bananen, een pak granenkoekjes en twee Lions werden ingeslagen en voor de helft meteen verorberd. De suikers werkten blijkbaar niet instant, want de laatste tien kilometer tot de grens met Roemenië waren de lastigste van de dag.
Fietsland nummer negentien kwam nu wel heel dichtbij en hoewel Roemenië al drie dagen aan de overkant van de Donau naar ons lag te loeren, moesten we wachten op de Djerdap stuwdam om het water over te kunnen. Na een (norse) paspoortcontrole aan de twee zijden van de rivier konden we ons traject verderzetten.
De eerste twee wagens die ons passeerden toeterden ons vrolijk toe en met een gerust gemoed namen we afscheid van de uitermate vriendelijke Servische bevolking. Een (letterlijk) laatste terugblik op dit verrassende land leverde ons een beeld op van de voormalige vlag van Joegoslavië met daarboven de naam Tito. Doorheen de gesprekken met onze nieuwbakken Servische vrienden kwam steevast naar boven dat het, in de periode dat Joegoslavië een was, eigenlijk allemaal beter was. De levensstandaard was hoger, het leven een stuk gemakkelijker en over Tito geen slecht woord. In ieder geval iets om over na te denken en we waren benieuwd hoe de mensen in andere ex-Joegoslaviëlanden hierover dachten.
Om 14.20u lokale tijd - 13.20u op ons Servisch horloge - kwamen we toe aan het station van Orsova. We hadden al achtenzestig kilometer achter de kiezen en waren ruim op tijd voor de trein van vier uur. De vriendelijke dame, goed verstopt in het aftandse gebouw, gaf mee dat Baile Herculane slechts een zeventiental kilometer verder lag en dat er zo goed als geen klimwerk aan te pas kwam. Onze spieren pruttelden wel wat tegen, na enig wik- en weegwerk besloten we om toch te blijven trappen.
Het kuuroord lag dan wel mooi gelegen tussen de rotsen, onze aankomst liep niet meteen van een leien dakje. De twee geselecteerde pensions hadden de beste scores op Booking, maar beantwoordden voor deze speciale gelegenheid niet aan onze verwachtingen. Toen we daarnaast vernamen dat de thermale baden eigenlijk niet veel voorstelden, zakte de moed ons in de schoenen. We hadden zo goed gefietst en hadden er zo hard naar uitgekeken!
Na enig opzoekingswerk vonden we toch wat we zochten. In het driesterrenhotel Afrodita konden we voor een, naar Westerse normen, zeer gunstige prijs genieten van een mooie kamer, een uitgebreide wellness en een afgewerkt ontbijtbuffet. Meer hadden we niet nodig en na tweeënnegentig kilometer ploften we voldaan neer in bed.
De grand chique spaarden we op voor de dag erna en met een eenvoudig, maar lekker avondmaal rondden we deze formidabele fietsdag af. Onze portemonnee voelde overigens een stuk beter dan onze vermoeide benen. Een grote pint bier en een Nestea, een schnitzel en een cordon bleu vergezeld van frietjes en een salade en een gedeelde pannenkoek als dessert was ons deel voor omgerekend 9,5 euro. Dat wordt aanpassen als we terug richting Westen fietsen.