We vervolgden onze weg over de Ladestien, maar het pad bleek meer geschikt voor wandelaars met stevige bergschoenen. Hoewel het ook wordt gepromoot als fietspad, had de toeristische dienst van Trondheim ons hiervoor gewaarschuwd en ons afgeraden het zeven kilometer lange traject met de fiets af te leggen.
We wilden dit toch liever met eigen ogen zien alvorens te beslissen. De vorige avond hadden we namelijk al een mooi stukje gefietst en zo een prachtige slaapplek gevonden. Nu moesten we echter na enkele honderden meters zwoegen en zweten de dame van de toeristische dienst gelijk geven. Met een snelle blik op de gps construeerden we een alternatieve route.
We lieten de derde grootste stad van Noorwegen achter ons en met de wind in de rug en over brede fietspaden hadden we deze voormiddag niet te klagen. Hoewel, na vijftien kilometer knepen we de remmen dicht aan een bushokje, waar we kort schuilden voor een stevige stortbui. Het was toen 10u en we combineerden de regenpauze met een gezonde voormiddagsnack in de vorm van - hoe kan het ook anders - een nectarine.
Een paar honderd meter verder zagen we in het volgende bushokje een verzameling fluogele vestjes. Twee koppels Noorse fietstoeristen hadden duidelijk hetzelfde idee gehad als ons. We stopten voor een praatje en kregen prompt een stuk koek, wat het best te vergelijken viel met peperkoek. Lekker!
De zon deed een half uurtje goed haar best, maar bushokje nummer drie kwam geen moment te vroeg. Het weer was deze dag opvallend Iers: het ene moment baadde het landschap in de zon en hadden we het bergop veel te warm, het volgende moment was het aardedonker en kregen we een shower over ons heen.
Het was soms stevig klimmen geblazen, maar in ruil kregen we een mooi zicht op het Strindfjord, onderdeel van de Trondheimfjorden, vermoedelijk het laatste fjord van onze trip. Net voor het centrum van Stjordal vervolgden we oostelijk onze route en lieten we het water achter ons, een bosrijke vallei in. Kilometers lang zouden we door deze vallei fietsen, eerst op een rustige weg langs een spoorlijn en een rivier.
Om 12u30 was de energie van ons ontbijt, de nectarine en de peperkoek opgebruikt. In de berm in de zon was het goed toeven. Na een paar stevige boterhammen met als topper eentje met banaan en zelfgesneden chocoladeschilfers (niet moeilijk dat we niet afvallen), deden we ons tegoed aan de warmte van de zon tijdens een klein middagdutje.
De kalme weg transformeerde zich na de middag in de niet zo kalme E14, de enige weg naar Zweden vanuit Trondheim. Zweedse campers die ons voorbijstaken gingen terug naar huis en de Noorse die vanuit tegenovergestelde richting kwamen waren hetzelfde lot toegedaan. Voor ons is de vakantie gelukkig nog lang niet over.
Stevig trapten we door langs de Stjordalselva met haar vele zijrivieren en watervallen. Het landschap had veel weg van dat in Zuid-Noorwegen toen we Larvik verlieten. Zelfs de houten opslaghuisjes die we in de fjordenregio niet zagen, stonden hier weer op de scène. Verder leerde een informatiebord ons dat herten, elanden, lynxen en zelfs beren hier met de nodige dosis geluk te zien waren. Onze fietsen zijn dan misschien niet het meest geschikte transportmiddel om de wildernis in te trekken, maar wie weet krijgen we er toch een van te zien.
Af en toe kwam de zon er goed door (joepie), maar de regen was nooit ver weg. We trokken bergop een spurtje naar bushokje vier, maar de vlaag trok links van ons voorbij en op enkele spatten na hielden we het gelukkig droog.
Naar Noorse normen hadden we een marathonetappe. Na tweeëntachtig kilometer bereikten we ons einddoel te Meraker, waar een camping zou moeten zijn. Zou moeten zijn… Verschillende campings hadden blijkbaar in dit dorpje ooit hoogtij gevierd, maar tegenwoordig was er behalve leven in supermarkt Bunnpris niets te zien. Grote oranje stickers in de vorm van een kruis meldden voorbijgangers dat de campings niet langer bestonden. Ook het hotel naast de supermarkt bleek gesloten en er zat niets anders op dan aan de slotklim richting Zweden te beginnen.
Achttien kilometer klimmen zagen we niet meer zitten en we belden aan bij een oudere vrouw die enkel het Noors machtig was. Op haar vlakke gazon mochten we niet kamperen, dus probeerden we het bij de volgende waar we wel prijs hadden. De tent stond snel recht en op ons picknickdeken in de voortent bereidden we een klassieke spaghetti voor. Een grote portie voor elk en nog wat chocolade als dessert.