De resterende kilometers waren een eitje en vooraleer we in-checkten stopten we bij de Delhaize voor een ontbijt uit het vuistje. Het was weeral lang geleden dat we nog koffiekoeken hadden gegeten. Achja, elk excuus is goed.
De tent stond snel recht en om 10u30 zaten we al op de bus richting stadsdeel Kirchberg, waar zich enkele instellingen van de Europese Unie bevonden. Le quartier européen Nord, waarmee we begonnen, viel tegen. De meeste gebouwen stonden in de steigers - eufemistisch verwoord als “project d’extension et de mise au niveau des édifices” -, alle straten waren opengebroken en daarnaast waren de buildings niet eens zo mooi. Modern uit de jaren ’80 of ’90, dus noch modern, noch historisch.
Le quartier Sud was een stuk interessanter. De philharmonie en het MUDAM, waarin het fort Thüngen prachtig was verwerkt, gaven de wijk een hedendaagse uitstraling. Vanop de remparts van het fort kreeg je trouwens een mooi uitzicht op de historische stad aan de andere kant van de rivier Alzette.
Ons busticketje was gelukkig nog geldig en na een eenvoudige lunch bezochten we de binnenstad of Ville-Haute. De kathedraal, de oude stadsmuren, de kazematten (Bock), het Neumünsterklooster,… Het was dan misschien een mooie dag om aan sightseeing te doen, Luxemburg-stad liet geen zinderende indruk op ons na. Geen architectuur om van achterover te vallen, weinig charme en iedereen loopt er rond alsof ze het warm water hebben uitgevonden.
Terug naar de camping, want hoog tijd om uit te rusten: fotootjes kijken, wat administratieve rompslomp,… Goed dat onze benen op die manier toch een halve dag rust kregen, want vanaf de volgende dag zouden we ons stilletjes aan in de Luxemburgse Ardennen bevinden. Noch deze, noch de Belgische zouden ons een gemakkelijke afsluiter bezorgen.
Voor het avondeten hadden we een eenvoudige pasta voorzien. Heerlijk simpel met gerookte zalm, champignons en okkernoten. Mmm!!