Gelukkig waren we niet alleen, maar met twee op pad, want er was heel wat mentale weerbaarheid nodig om de uiteindelijke drieënzeventig kilometer van die dag af te leggen. Een strakke tegenwind die zowel uit het zuiden als het oosten kwam zat ons dwars, net zoals de onaangename ondergrond waarover we kilometers lang bolden. Daarnaast maakte de loopneus, waar we beiden last van hadden, van dertien september een weinig glamoureuze dag.
We ontwaakten in het bos met fluitende vogels en het hert of everzwijn dat zijn laatste kreten in het ochtendgloren slaakte. Het weer zag er goed uit - blauwe hemel met witte wolken - en dus trokken we optimistisch opnieuw onze sandalen aan. De frisse wind en opkomende verkoudheid noopten ons echter om tien kilometer verder halt te houden om ze om te wisselen tegen kousen in dichte schoenen. Aangezien de schoenen in de linkertas van Wouter zaten, zijn kousen in zijn rechter en mijn kousen in mijn linker, moesten zowat alle tassen los geklikt worden om deze eenvoudige kledijwissel te realiseren.
We klaagden steen en been over de losse stenen, het mulle zand en de erbarmelijke staat van de wegen. Asfalt kwamen we enkel tegen op een brug of in een dorpskern (wat we dan nog toegeeflijk de term dorp gaven). Saaie stukken, lang rechtdoor, maakten de tocht er niet aantrekkelijker op.
In Viesite vonden we, tegen de verwachtingen in, een winkeltje waar we brood en een stuk worst vonden om de lunch van de dag erop aan te vullen. We zouden dus toch niet op onze kin moeten kloppen tot in Daugavpils. De kans om eveneens een ijsje te kopen lieten we natuurlijk niet liggen.
In de namiddag was het een stuk mooier fietsen door een gevarieerder landschap (bos en velden) en op halfverharde wegen die beter aangelegd waren. Wat een verschil!
Tegen 16u40 waren onze batterijen leeg en ons lichaam schreeuwde om een energiestop. Aan een bushalte aten we op een welkom bankje wat koekjes en een appel, maar we merkten dat we ermee klaar waren voor die dag.
Anderhalve kilometer verder, net voor Akniste, belden we aan en mochten we van geluk spreken dat de agressieve hond aan de ketting lag. De eigenaar verstond van ons, net zoals wij van hem, geen snars, maar uiteindelijk stond onze tent een kwartiertje later recht in zijn appelboomgaard.
Het weer was misschien wat aan de frisse kant, maar gehuld in fleece en lange broek konden we zonder probleem nog buiten eten. Onze koude pasta met zalm uit blik, noten en zaden, rucola, appel en tomaat was weer eens een ander gerecht dan wat we gewoon waren. Lekker, gemakkelijk en zeker voor herhaling vatbaar.
Gelukkig hadden we de tent niet onder de bomen gezet, want de ene na de andere appel plofte naast ons neer. We dachten nog even onze fietstassen strategisch buiten te plaatsen om ze op te vangen, maar aangezien de kans groot was dat we dan met een tas vol appelmoes zouden moeten vertrekken lieten we het idee toch maar varen.