We lagen nog maar net in onze oranje slaapcoconnen toen de wind de binnentent alle kanten uit liet gaan. Katrien had nochtans de stormlijnen extra aangetrokken. Hopelijk doorstond onze tent ook deze test.
We hebben de nacht uiteindelijk zonder kleerscheuren overleefd, maar waren toch blij dat we ’s ochtends gebruik konden maken van de gemeenschappelijk ruimte van het hostel. Omdat we op onze rustdag reeds dertig van de voorziene volgende tachtig kilometer hadden gefietst, deden we het rustig aan en vertrokken we uiteindelijk pas rond een uur of 11.
Met meer dan 90% kans op regen op elk uur van de dag, besloten we te vertrekken in onze regenkledij. Niet aangenaam wanneer de zon doorbrak, maar wel gewapend tegen de frequente ‘showers'.
We lieten de kustlijn onze route bepalen en dat bleek een geslaagde keuze. Het unieke rotslandschap in het Burren National Park hadden we niet verwacht zo kort na de kliffen van Moher. De route bleek ook gekend bij de touroperators. Op het traject van een tiental kilometer kruisten zeker acht ‘Paddywagons’ ons pad. Deze groene monsters (google image gerust eens), volgestouwd met aan het raam gekluisterde fototoestellen, waren echter niet de reden dat ik plots in vloeken uitbarstte. Terwijl ik mij aan de kant gezet had om het mooie landschap te fotograferen, reed een tegenligger tegen hoge snelheid door een enorme plas vuil water. Van onder tot boven, inclusief mijn brillenglazen, kon ik de route verder zetten in luipaardprint.
Dit akkefietje buiten beschouwing gelaten, leverde het ons alvast een bijzonder geslaagde fietsvoormiddag op en met heel wat mooie foto’s en herinneringen stopten we in Ballyvaughan voor de lunch. Net op tijd konden we in de lokale Spar schuilen voor een enorme plensbui en de drie barkrukken aan het winkelraam leken speciaal klaargezet om onze net aangekochte pistolets te verorberen.
De wind die ons ’s nachts nog had wakker gehouden blies na het middageten in de goede richting. We vorderden een stuk vlotter dan verwacht en onze geplande eindbestemming in Kinvarra hadden we rond 15 uur al bereikt. Galway, een vijfendertig kilometer verderop, bleek opeens wel haalbaar. Omdat Kinvarra geen campings had in de nabije omtrek en we wisten dat er normaal gezien wel een was in Galway was het een evidente beslissing om door te reizen.
We kruisten een koppel andere vakantiefietsers en wat later drie vrienden met bepakte fietsen, maar niemand had zin of tijd om een praatje te slaan. De regenbuien die elkaar steeds sneller opvolgden en de drukke baan kunnen daar wel voor iets tussen zitten.
Om aan het kampeerterrein te komen, moesten we Galway door. Wegenwerken veroorzaakten wat hinder en erg veel van het stadscentrum zagen we nog niet omdat we in onze regenjassen wegkropen. Uiteindelijk bereikten we de camping die we voor ogen hadden, met een mooi zicht op Galway Bay. Voor €20 exclusief douche en warm water om af te wassen konden we hier onze tent opslaan.
Terwijl ik onze woonst slaapklaar maakte, nam Katrien de voorbereidingen voor het avondeten voor haar rekening. Op het menu: een schotel met patatjes, gehakt, prei, ajuin en cheddar. Het heeft in ieder geval heerlijk gesmaakt en met de resterende chocolate chip cookies als dessert konden we spreken van een geslaagd diner.
Als afsluiter namen we de route voor de volgende dag door en pasten die zodanig aan dat we in de voormiddag het centrum van Galway nog konden bezichtigen.