Terwijl Katrien nog prinsheerlijk lag te slapen was al ik vroeg wakker. Het was nog geen 7u toen ik startte met het inladen van foto’s. De blog bijwerken, foto’s van commentaar voorzien, de statistieken en route updaten,… onze website bezorgde ons best wat werk, maar als we na bijna vierhonderd dagen onderweg het resultaat bekijken, zijn we best trots.
Net voor de middag profiteerden we ervan om tijdens het wekelijkse bezoek van mama aan Oma en Opa nog even te Skypen en ook de fietsbroeken en truitjes hingen nog voor de lunch op de waslijn.
Work done, time to enjoy! Ons hotel lag aan de kustlijn en na een sandwich in een van de weinige snackbars die zijn deuren al had geopend, installeerden we ons op twee strandstoelen. Er was geen wolkje aan de hemel, maar een strakke, koude wind die recht uit de zee kwam weerhield ons ervan om lang op het strand te blijven zitten.
Toen een tractor dan ook nog eens opdaagde om het uitgestrekte zandstrand om te ploegen en klaar te maken voor de start van het zomerseizoen eind mei, was de boodschap duidelijk.
In de loop van de namiddag sloegen we een praatje met de overvriendelijke hoteluitbater die meer dan twintig jaar in Italië had gewoond. De combinatie van het Italiaanse temperament en de Albanese hartelijkheid was een schot in de roos en na een drankje van het huis kregen we een lift van een van zijn zonen naar de dichtstbijzijnde bankautomaat, een vijftal kilometer verderop.
De rode draad van de dag was platte rust en zonder een trap of stap te veel schoven we ’s avonds de voeten onder tafel voor een heerlijke Italiaanse pizza. Flinterdun en krokant deeg belegd met verse en smaakvolle producten… zo maak je ze niet als je niet zelf jaren in Bari in een pizzeria hebt gewerkt!