“No bycicles.” We probeerden zowel in de ticket office als aan de boot zelf, maar de mensen waren onvermurwbaar. Wat een teleurstelling en tevens de start van een baaldag.
Het enige alternatief was tien kilometer fietsen en daar een ferry nemen naar het vasteland. Ons humeur was omgekeerd evenredig aan het aantal hoogtemeters dat moest worden overwonnen en gezien enkele pittige klimmetjes daalde de barometer snel.
Twee minuten voor afvaart kochten we onze ticketjes en verafschuwden we tijdens de overtocht de klim van meer dan tweehonderd meter die ons stond te wachten.
Hoewel we positief aan de dag waren begonnen, was de goesting ver te zoeken. Gelukkig maakten we op de kade kennis met de Spaanse Viktor. Hij was eveneens op de catamaran geweigerd en aangezien niemand zin had om te fietsen, stonden we gemakkelijk een half uur te babbelen. Hij kwam uit Zuid-Oost Azië en zou nu het laatste stuk van zijn trip tot in Valencia vervolledigen.
Samen vatten we de niet te vermijden klim aan en ook de vijftien daaropvolgende kilometers werkten we samen af. We wisselden verhalen uit en vernamen dat ook hij de Spanjaard Alberto was tegenkomen (die wij net voor Dubrovnik ontmoetten).
Het was leuk om nog eens samen te fietsen, maar wij wilden graag enkele eilanden aandoen en dus namen we afscheid op de splitsing waar wij terug naar beneden doken voor de ferry naar het meest zuidelijke punt van Rab Island.
Het eiland bracht ons niet het verhoopte plezier en we hadden het moeilijk. Het weer was matig, we hadden geen zin om te fietsen, de benen waren zwaar en het klimwerk stak tegen. Het leven op het appartementje in Novalja had ons doen beseffen dat het altijd onderweg zijn, het leven uit de fietstassen, het altijd maar voor 1 of 2 maaltijden inkopen kunnen doen, het zoeken naar (betaalbaar) onderdak,… niet alleen fysiek, maar ook mentaal begon door te wegen. Dat we door naar het eiland te komen het onszelf niet gemakkelijker hadden gemaakt, hielp niet.
We hadden een serieuze dip en we bekeken de opties. Op een eiland van beperkte grootte waren die echter gelimiteerd. Door de wijziging van onze plannen met de catamaran was het overigens al een goed stuk in de namiddag nadat we even door het centrum van Rab hadden geslenterd.
Na een kleine tien kilometer tot in Kampor zat er niets anders op dan ons te installeren op een camping. De miserie duurde voort en we hadden het moeilijk om twintig euro te betalen voor een bedenkelijk stuk gras en povere faciliteiten. Bovendien was er in het kleine winkeltje in het dorp niets deftigs te vinden en waren de restaurants boven budget.
Uiteindelijk ging het zonder avondeten de tent in en hoopten we vooral zo snel mogelijk terug op het vasteland te zijn. Nog drie dure ferry’s en heel wat hoogtemeters…