Met 85 km voor de boeg tot aan de terminal van de ferry waren we toch niet helemaal gerust dat we op tijd ginder gingen zijn. Je weet immers nooit; meestal komt Murphy net op deze momenten even langs. De eerste fietsdag bleek echter goed verteerd en de wind blies nog steeds in de goede richting. We vorderden dan ook goed en als snel kreeg onze trip ook een internationaal karakter. Ondanks het feit dat we nergens een grenspaal of een bordje hebben gezien, op het café ‘A La Frontière Belge’ na, bolden we probleemloos Frankrijk binnen. Langs kleine, autoluwe wegen fietsten we door uitgestrekte velden richting zuidwesten. We voelden ons de koning te rijk en waren stiekem fier op onszelf. We hadden het toch maar mooi voor mekaar gekregen!
De fierheid werd met de vlot weggefietste kilometers echter vergezeld door honger. We hadden goed ontbeten, maar na dik anderhalf uur begon onze maag al te grommelen. Een beginnersfoutje om geen voormiddagsnack in de stuurtas te hebben zitten - deze fout zouden we later niet meer maken - en iets vroeger dan gepland haalden we ons picknickdeken boven. Het opgespaarde stuk cake dat we van in Avelgem hadden meegekregen voor de eerste dag was dan ook meer dan welkom naast de pistoletjes met kaas en confituur. Er stonden op dat moment al 52 km van de 85 op de teller. De deadline voor de ferry om 17.55u zou dus geen probleem vormen. We begonnen dan ook te beseffen dat we ons serieus onderschat hadden en dat we vermoedelijk enkele uren te vroeg daar zouden zijn.
De namiddagetappe was er één met twee gezichten. Het eerste stuk langs het mooie Canal de Calais en vervolgens langs een klein zijriviertje met heel wat watervogels die ons enthousiast kwetterend aanmoedigden. Het tweede deel, tijdens het binnenrijden van Calais, ging langs een drukke weg met voorbijrazende (vracht)wagens. Al een geluk was dit tweede luik significant korter en reeds om 14.30u stonden we met onze paspoorten in de hand voor de British border control. Toen de vriendelijke dame van P&O ons enkele minuten later tijdens de check-in meegaf dat we kosteloos reeds met de eerstvolgende ferry meekonden, zeiden we nog maar eens tegen onszelf dat onze fietsvakantie niet beter had kunnen beginnen.
De overtocht naar Dover op de ‘Spirit of Britain’ verliep probleemloos. Weliswaar even zoeken hoe we al die fietstassen - zes elk - over onze schouders konden hangen, maar eens geïnstalleerd genoten we van de uitzichten en de rust voor onze benen. We wisten immers dat, eens aangekomen, de eerste steile klim tot boven op the white cliffs of Dover stond te wachten.
Best wel speciaal, samen met al het vrachtverkeer als twee petieterige verstekelingen het vrachtruim uitfietsen. "Just follow the red line" gaf één van de stewards mee… zo gezegd, zo gedaan. Piece of cake om zo de haven uit te rijden. Eens de rode lijn verdwenen, bleek het niet zo eenvoudig om op eigen houtje links te fietsen en rechts te kijken, maar zonder kleerscheuren vingen we de klim naar Dover Castle aan. Met 13% stijgingspercentage geen cadeau en de windstoppers gingen dan ook snel terug in de fietstas. Vanaf hier volgenden we Route 1 van het National Cycle Network. Glooiende, groene weiden, mooie vergezichten over de Noordzee en af en toe een glimp op de kliffen. Onze eerste kennismaking met Zuid-Engeland was ronduit fantastisch.
Een kleine 10 miles (ca. 16 km) later arriveerden we in Deal, waar we op 200 meter van de zee en met zicht op Deal Castle werden ontvangen door onze host Sam. Een jonge kerel van 23 jaar, gepassioneerd fietser en volop in voorbereiding van zijn eigen grote trip van een jaar door Centraal-Amerika. Na een welverdiende douche na 103 km fietsen, toverde hij in geen tijd een pittig Indisch gerecht op tafel. Heerlijk! Na een heel gezellige avond rolden we onze matjes uit in de woonkamer en een tweetal minuten later ging het licht uit.