Het was koud ’s morgens, ijskoud. Het was veruit de koudste morgen tot nu toe en al tijdens het opbreken van de tent en het optuigen van de fietsen, merkten we dat onze dikke handschoenen geen overbodige luxe zouden zijn.
Vermits we een klein stukje van onze route waren afgeweken om op onze slaapplaats te geraken, zat er niets anders op dan via een grote weg de etappe aan te vangen. Jammer genoeg was hier van een fietspad geen sprake. Vrachtwagens die rakelings langs je voorbij razen, er zijn leukere manieren om de dag te beginnen. Na drie en een halve kilometer waren we dan ook blij dat de gps aangaf dat hij onze geplande koers had gevonden.
Route 4 van het National Cycle Network stelde ons wederom niet teleur. Kleine, heuvelachtige wegen waar we ongestoord naast mekaar konden fietsen. Heuvels die - met al onze bagage achterop - een mooie snelheid opleverden in het naar beneden rijden, maar er ook voor zorgden dat we bergop af en toe al naar het kleinste verzet teruggrepen.
Het grootste obstakel van vandaag was echter de felle wind waartegen we moesten opboksen. De koude had namelijk plaatsgemaakt voor een stevige tegenwind die voor het grootse deel van ons traject pal op de neus stond. Het glooiende landschap en de wind zorgden ervoor dat mijn rechterknie stilletjes aan protest begon aan te tekenen. Katrien daarentegen was gelukkig van haar eerdere knieletsel verlost en ondervond geen hinder meer.
In Devizes pikten we na ons ommetje in heuvelland weer in op het jaagpad naast het kanaal. Ietwat beschut tegen de wind (hoewel) kwamen we na enkele kilometers een straf fenomeen tegen. We spraken al over de kleine sluizen op het kanaal die door de opvarenden manueel moeten worden open- en dichtgedraaid. Aangezien het kanaal hier een serieus hoogteverschil moet overwinnen, staan er op een vijfhonderdtal meter tientallen sluizen achter elkaar.
We vroegen ons natuurlijk af hoe lang het zou duren vooraleer een boot helemaal boven aankomt. Een schipper leerde ons dat je het aantal mijl dat je wil varen moet optellen bij het aantal sluizen dat je passeert. Die som deel je vervolgens door vier en zo krijg je de gemiddelde mph (miles per hour).
Tot onze grote verwondering zijn er mensen die, naar eigen zeggen voor het plezier, meer dan zes uur tijd uittrekken om zich een weg naar boven te banen. Veel mensen noemen ons zot om met de fiets op pad te gaan, maar dit gaat toch ons petje te boven.
Ook na het sluizencomplex in Devizes blijven er op het kanaal om de paar honderd meter sluizen opduiken. Gevolg: boot aan de kant leggen, iemand van de boot om de sluis aan de ene kant open te draaien (hard labeur overigens - ik heb zelf een sluis dichtgetrokken voor een schipper die er alleen op uit getrokken was), boot in de sluis varen en de opengedraaide poort opnieuw dichtdraaien, sluis aan de andere kant openen, sluis uitvaren en boot aanmeren, sluis dichtdraaien en verder varen om driehonderd meter verderop exact hetzelfde te doen!
Een ander fenomeen dat ons langs het kanaal opvalt is dat de Engelsen (selectief?) doof zijn voor het gerinkel van een fietsbel. Een maal, twee maal, tot vijf maal toe en er wordt niet gereageerd. Pas als je op enkele meters een krachtige "Excuse us!" uitbrengt, springen de mensen haastig in de kant terwijl ze zich verbazen over het feit waar die fietsers opeens vandaan komen. Toen er dan toch iemand meteen reageerde op onze bel, bleek het een echte gentleman die ons een vriendelijke “Thanks for dinging” nariep.
De route langs het kanaal tot in Bath was wondermooi. De zon en de grote stapelwolken hielpen natuurlijk en zorgden ervoor dat we zelfs de wind vergaten. Met zoveel geluk in de eerste dagen, kon de eerste tegenslag natuurlijk niet lang wegblijven. De lange, onverharde en met steentjes bezaaide paden eisten een eerste slachtoffer. Toen ik het gevoel kreeg dat ik een verende voorvork had, besefte ik dat mijn band stilletjes aan het leeglopen was. We probeerden nog om de band bij te pompen, maar al snel stonden we langs de kant om voor het eerst - en eigenlijk veel te snel naar mijn goesting - een band te vervangen.
We hebben twee reserve binnenbanden mee, dus we moesten gelukkig niet meteen beginnen plakken. Katrien toonde aan dat ze duidelijk veel beter bij de les was tijdens onze fietsherstelcursus en onze oefensessies thuis. Ik beperkte mij tot het uithalen van het voorwiel en liet met veel plezier de leiding over.
We waren wel even bezig; we schatten van stilstand tot vertrek een dik half uur. De oorzaak bleek uiteindelijk niet de steentjes maar een grote doorn die zich in de buitenband had geboord. Een ongeluk komt jammer genoeg nooit alleen. Mijn knie begon steeds meer pijn te doen en we waren blij dat de eindbestemming in zicht kwam.
Na nog enkele praatjes met verwonderde Britten, reden we het mooie Bath binnen. Veel volk, straffe straatmuzikanten, een deugddoende namiddagzon en enkele bezienswaardigheden die zonder twijfel de moeite waard zijn. Op een filmposter zien we zelfs plots Matthias Schoenaerts schitteren. Wat een gevarieerde dag!
Al een geluk vond onze gps een camping op twee km van de winkel waar we onze inkopen deden en die - nog beter - pal op onze route lag. Helaas was de receptie al gesloten en merkten we een groot bord op dat aangaf dat onder geen beding tenten werden toegelaten. De precies uitgemeten, in beton gegoten, staanplaatsen voor campers leken ons overigens niet erg gezellig. Geen probleem, de volgende camping lag slechts een dikke kilometer verderop.
Op de kaart van de gps ontdekten we een klein padje dat ons er nog sneller zou moeten brengen, maar dit viel dik tegen. Het pad werd steeds steiler en was eigenlijk niet geschikt om te fietsen. Wanneer we zagen dat de camping blijkbaar nog in aanbouw was (of werd gerenoveerd), zaten we even met de handen in het haar. Overige alternatieven lagen namelijk te ver weg om nog naartoe te fietsen.
We sloegen dan maar onze tent op naast een kleine landweg ergens op een heuvel net buiten Bath. We stonden volledig buiten het zicht, stoorden niemand en hadden ons proviand voor de avond al ingeslagen. Dat is dan het voordeel van alles mee te zeulen op de fiets.
Volledig in het groen, met enkel vogels als compagnie, maakten we balletjes in tomatenroomsaus begeleid door een puree met een vleugje parmezaan… heerlijk. Als we tijdens ons diner getuige zijn van een gevecht tussen een uit de kluiten gewassen kraai en een sperwer/havik (?) zijn we eigenlijk wel blij dat we geen camping hadden gevonden. Helemaal een met de natuur en gratis. We lagen jammer genoeg al in onze tent toen we een uil zijn keel hoorden open zetten, maar waren te moe om nog terug naar buiten te kruipen om te kijken of we er een glimp van konden opvangen.