Als je denkt dat het werk er toen op zat, zit je mis. De fietstassen vullen was verrassend moeilijk en tijdrovend. Onze routine was - na vier maanden zonder fiets - ver te zoeken, maar gelukkig hielp onze schets. Op een tekening, bevestigd in onze stuurtassen, hadden we aangeduid waar alles weggepakt zat en zo gingen al onze spullen een voor een terug op hun plaats. Olijfolie, wasmiddel en Nesquick werden bijgevuld en tegen de lunch omstreeks 14u30 stond alles klaar voor vertrek.
Wat voor lunch trouwens; Ferenc moest zeker niet onderdoen voor Gyöngyi. Als begenadigd kok schotelde hij ons sappig varkensvlees met puree en goulash met pasta voor… na een verplicht shotje palinka uiteraard. De klok had niet stilgestaan en Gabor en Veronika maakten zich na het dessert klaar om terug richting Budapest te treinen.
Time flies when your having fun… Voor we het wisten hadden we er een heuse wijnproeverij op zitten met Ferenc. De kers op de taart was een Tokaji wijn: the king’s wine, ook wel the wine of kings zoals de Hongaren grappen. Ideale drank om na te praten over het weekend en enkele van hun reizen en hen op het hart te drukken dat ze zeker een keer naar België op bezoek moesten komen.
Drie intense dagen hadden hun sporen nagelaten en moe maar voldaan gingen we een laatste keer slapen in Kaposvar. Ze moeten het hierboven geweten hebben dat we terug zouden beginnen fietsen, want we vielen in slaap onder het ritmisch getik van regendruppels tegen het raam.