Nadat we een machine was hadden gedraaid die het terras omtoverde in een grote waslijn, staken we onze duim omhoog richting Sveti Stefan. Het liften ging een stuk minder vlot dan gewoonlijk - te toeristisch? We hadden heel wat tijd, drie verschillende lifts en voor het laatste stuk nog een bus nodig om op onze bestemming te geraken, maar er bleef tijd genoeg over om van het mooie weer, de zee en de leuke stadjes te genieten.
Sveti Stefan is een eilandje dat door een pier verbonden is met het vasteland. De kleine huisjes met hun terracottadaken staan dicht op elkaar en het zou leuk zijn moest je er als toerist even door de straatjes kunnen dwalen.
Het eiland is vandaag de dag echter een luxueus resort en zonder reservering mochten we er niet in. Jammer en op deze manier ietwat overroepen, hoewel het zicht van wat hogerop zeker niet slecht was.
Langs de kustlijn bracht een leuk wandelpad ons langs Kings Beach en Queens Beach tot in Przno, een pittoresk dorpje met leuke restaurantjes aan het water en een mooi strand. Jammer genoeg zijn heel wat stranden enkel toegankelijk voor hotelgasten. Het was duidelijk dat het kusttoerisme in Montenegro (iets te) goed ontwikkeld is.
Na een lekkere, zelfgemaakte, sandwich vonden we toch een plekje waar we even op het strand konden liggen. Goed insmeren was de boodschap en vervolgens heerlijk afkoelen in het water.
Laatste halte van ons dagje kust was Budva, door Lonely PLanet omschreven als ‘the poster child of Montenegrin tourism with its atmospheric old town and lovely beaches’. Wij hadden onze plons al gedaan en dus ging het meteen naar de ommuurde oude stad. Smalle straatjes, leuke pleintjes, oude torens en een citadel… een aanrader!
Onze tocht terug naar Tivat ging heel wal vlotter dan in de voormiddag. Na een tiental minuten werden we opgepikt door de Bosnische Alexander. Hij was geboren in Bosnië, had jaren in Rusland gewoond en werkte nu aan de kust in Montenegro. Hij woonde tien kilometer verder, maar tijdens het levendige gesprek besloot hij om ons de volledige vijfendertig kilometer tot in Tivat te brengen. Spasiba!
Na een lange werkdag voor Frédéric was het ideaal verpozen op het terras. We dronken een biertje, aten een snackje en een lekkere pasta en babbelden honderduit. Vooral de fietsreis die hij samen met zijn broer maakte na zijn studies sprak tot de verbeelding. In negen maanden fietsten ze van Brussel door Europa naar Iran en Dubaï. Vervolgens vlogen ze naar Singapore en vervolgden ze hun weg door Zuid-Oost Azië naar China.
Avonden als deze zijn steevast veel te snel voorbij, maar aangezien het de volgende morgen om 7.30u werkdag was, kropen we toch maar niet te laat in bed. Frédéric, heel erg bedankt voor het geweldige verblijf, we zien mekaar zeker terug in Brussel!