Om 14u30 zetten we koers naar Rosslare met Stenaline. Na de voor de hand liggende foto’s op het buitendek, installeerden we ons voor de komende drieënhalf uur in een comfortabel zeteltje. De tijd ging snel vooruit, maar we waren toch blij toen we in het gezelschap van een dertigtal motards de boot uit konden rijden. De deining was namelijk een stuk sterker dan toen we tussen Calais en Dover voeren.
De camping, waarvan we op voorhand hadden uitgevist of ze tenten aanvaardden, lag een zevental km van Rosslare Harbour. Het parcours was vlak en even later werden we ontvangen door een uiterst hartelijke Ier. Hij gaf ons de raad om op z’n Iers heel relaxed onze trip verder te zetten. Aye Aye!
Tijdens het opzetten van onze tent, maakten we kennis met Wybren. Hij was samen met zijn vrouw Nicole en hun twee kinderen twee dagen eerder uit Nederland vertrokken voor een roadtrip door Ierland met hun campervan. We werden uitgenodigd om later die avond verder kennis te maken bij een glaasje wijn.
Zo gezegd, zo gedaan! We kregen op de koop toe een heel gezellige babbel, we maakten kennis met zoethoutthee en hoorden hen enthousiast vertellen over hun eerdere reizen. Wij maakten er tegelijkertijd een kleine ontdekkingsreis van: in die minivan konden ze echt van alles kwijt! Een kastdeur werd een tafel, de twee kinderen sliepen in het verstelbaar dak, de stoelen werden een slaapbank en er was zelfs een fornuis met een spoelbak.
Wybren en Nicole wonen in Oosthesselen… en laat dat nu net op een dikke vijf km van onze route door Nederland liggen. Onze volgende date is al geregeld en we kijken ernaar uit!
De volgende morgen werden we wakker op een uitgeregende camping. Het zag er niet naar uit dat de zon zou doorbreken, maar dat was buiten de Ierse wisselvallige weersomstandigheden gerekend. Van een dik wolkenpak naar een blauwe lucht in een knip, hier kan het allemaal. In de voormiddag wandelden we dan ook naar Carne Beach onder een stralende zon. Toen we terug op de camping aankwamen, brak de hel opnieuw los en zo ging het verder voor de rest van de dag.
In de keuken van de camping - wat een complete en propere voorzieningen overigens - leerden we Dave kennen. Hij stelde onmiddellijk voor om samen met hem naar Wexford te rijden om inkopen te doen. Dat lieten we ons geen twee keer zeggen; op deze manier kregen onze benen optimale rust en moesten we niet onze volledige regentenue aantrekken. Dave bleek een heel gezellige ‘Jackeen’ te zijn: een milde, pejoratieve term voor de inwoners van Dublin. Alle overige Ieren worden door de Dublinners ‘Culchies’ genoemd.
Reeds op de heenweg werd duidelijk dat we best wat biertjes en een flesje wijn zouden inslaan voor de avond. Op de terugweg, maakte hij speciaal een ommetje langs het Lady’s Island Lake voor wat sightseeing.
Met de veelbelovende woorden over zijn thuisland, wakkerde Dave ons enthousiasme voor de komende fietsdagen alleen maar aan. We zijn er zeker van dat hij ons vanavond, tussen pot en pint, nog heel wat nuttige tips zal kunnen meegeven.