Het veld waarin onze tent haar afdruk naliet was te nat om buiten te eten, en daarom speelden we onze volkoren cornflakes met yoghurt in de tent naar binnen. Het was nochtans al vroeg aan de warme kant. 19°C om 9u, da’s wat ze noemen perfect fietsweer.
Noordwest fietsten we op zeer leuke, geasfalteerde fietspaden door een groot woud, beschut van de tegenwind die we later die dag te verwerken zouden krijgen. Op enkele geparkeerde auto’s van champignonnen- of kruidenplukkers na, hadden we het rijk voor ons alleen. Deze zonderlinge ‘bosmensen’, samen met het bosrijke landschap, deden ons meermaals denken aan de Baltische staten.
In het slaperige dorpje Vortova vleiden we ons neer op het picknickdeken in de schaduw terwijl de natte matjes en tent uitdroogden in de zon. Wat een gemak dat we dit onder de middagpauze konden doen. Als we eraan terugdachten hoe vervelend het was in de eerste maanden om telkens de tent te moeten droogwrijven bij het opzetten ’s avonds… Brrr!
De volgende zeven kilometer naar Hlinsko verliepen voornamelijk in dalende lijn. Geen spectaculair dorp en behalve inkopen doen hadden we er eigenlijk geen grote plannen. Toen we echter op een motel stootten dat dubbele kamers had voor 15 euro per nacht, vonden we dat dat niet op kon tegen het gesleur van kamperen. Ziezo, bestemming bereikt.
In de Lidl vonden we twee pizza’s alsook ontbijt en lunch voor de volgende dag en goed georganiseerd vingen we de avond aan. We zagen via FaceTime mama, papa, Bert en Haike - zij zagen ons in brokjes wegens een gammele verbinding - en optimaliseerden de route voor de volgende dag met Truus Druyts op de achtergrond. Meer moet dat niet zijn.